“In 1973, toen ik vijftien was, wandelde ik met enkele vriendinnen van school naar huis over het Najma plein in Damascus. Een van hen, een mooi blond meisje met een zwak voor drop, bleef achter om snoep te kopen bij een kraampje. Wij wandelden voort, giechelend en roddelend, bezorgd om onze moeilijke huistaak voor aardrijkskunde en nergens anders om. Op die zoetgeurende lentemiddag, met de amandelbomen in volle bloei en onze hele toekomst voor ons, beseften we nog niet hoe gruwelijk Syrië veranderd was onder de totalitaire Ba’athpartij. Een gloednieuwe zwarte Mercedes met verduisterde vensters – dertig jaar later nog steeds in gebruik bij dezelfde mafiosi van hetzelfde regime – vertraagde op de plaats waar onze vriendin Simone haar kleingeld uittelde. Het donkere glas gleed traag naar beneden en de man op de achterbank riep haar. Hij beval haar grof om in te stappen voor een fijn ritje. Zij werd bang en keek weg. De bruut, niet gewend aan weigering, stuurde zijn gewapende lijfwachten op haar af. Het meisje geraakte in paniek. Zij zag een winkeltje waar gasflessen werden verkocht, toen een courant artikel voor keukens. Ze rende ernaartoe en riep Dakhilak ya, Ammo! (Help me alsjeblieft, Oom!) naar de verbaasde oude uitbater.
Zoals veel vrome Arabieren van die lang vervlogen tijd vreesde Abu Ahmad enkel God en niets anders. Hij stormde naar buiten met een gasfles en een doos lucifers en zei tegen de mannen dat hij hen zou opblazen als ze niet wegreden en het meisje met rust lieten. Ze scheurden ervandoor. Wij hoorden het lawaai en snelden terug naar onze vriendin. Ze zat op een werkbank in het winkeltje en hield in haar bevende handen een gespikkelde mok met water, waar haar vriendelijke redder een druppel oranjebloesemessence aan had toegevoegd, zeggend dat dit haar zou kalmeren. We dankten hem snel en namen afscheid; niemand van ons vermoedde dat we hem nooit zouden weerzien.
De volgende dag werd hij een van Syriës vermiste personen, die nu in totaal, volgens Human Rights Watch, met 17.000 zijn.”
Rana Kabbani, Road to Revolution, in Vogue (Britse editie), juni 2011, p. 173.