Kerstkaart

Ik heb slechts één kerstkaart op tijd verstuurd. Vorige week schreef ik voor Rekto:Verso een brief aan het Kerstekind. En ook aan de dichter Joseph Brodsky, in een moeite door.

“Beste Kerstekind, binnen enkele dagen herdenken we opnieuw je verjaardag. Ik heb het nooit anders geweten. Aan de hand van mijn ene grootmoeder wandelde ik naar het nabije stadje om de kerstversiering en kerstverlichting te zien. Mijn grootvader, een ecoloog avant la lettre, spitte de kleine den uit de tuin om hem binnen in een pot neer te zetten en ik mocht helpen met het versieren, sneed mijn vingers aan engelenhaar, hing als laatste de glazen bal in een vorm van een huisje aan een gepaste tak. Bij mijn andere grootmoeder hingen er zilveren ballen en draden in de boom en bevatten de pakjes telkens een pyjama, peignoir of handdoek met initiaal.

Intussen heb ik deze week alweer twee kerstbomen gedecoreerd en is de jacht op hopelijk passende geschenken voor mijn dierbaren nog open. Tien jaar geleden kocht mijn vader een wassen Christuskind op de antiekmarkt en omdat de handjes beschadigd zijn, reed ik onlangs naar de enige mensen die bij mijn weten wassen beelden herstellen: de Clarissen van Turnhout. Een stokoude zuster ontving me op die ijzige dag. Ik zag haar blote voeten in sandalen en huiverde plaatsvervangend.”

Mooie Kerstdagen, dierbare lezers!

Het duifje en de berin

Retabel

“Eeuwenlang vereerde men Sint-Columba om genezing te bekomen voor hoofdpijn, oogkwalen of om regen te verkrijgen in tijden van droogte. In Deerlijk wendde men zich in de achttiende eeuw tot Columba voor allerhande kwetsuren, een handige passe-partoutomschrijving van menselijk leed. Pelgrims die op het altaar een retabel zagen in felle kleuren, met sprekende afbeeldingen van voorvallen uit het leven van de heilige, hadden geen woorden nodig om te begrijpen waarover het ging. Je kunt een retabel ook een stripverhaal van eikenhout noemen. Of de Deerlijkse gelovigen wisten dat ze een typisch Frankische heilige voor zich hadden, met tal van Romaanse heiligdommen in Frankrijk én Spanje, is een andere zaak. Nog minder zullen ze beseft hebben dat hun retabel het enige kunstwerk is waarin de hele levensloop van de heilige af te lezen valt. De verering van Columba in Spanje, tijdens de jaren van Arabische heerschappij, leidde overigens tot een levendige literatuur over Columba in het Arabisch. Dankzij Columba is Deerlijk dus verbonden met een zeer vroege periode van de Europese geschiedenis.”

Voor OKV reisde ik naar Deerlijk, om het zestiende-eeuwse Sint-Columbaretabel in situ te zien. Een heilige uit de derde eeuw die beschermd werd door een berin en wier feestdag valt op 31 december? Ze past bij het feestseizoen.

Villanelle

Citadel

Ik volg behoedzaam ’t slingerende pad
Door de hoge groene koelte van mijn bos
Want mij verlokt, mij trekt de stad.
Mijn egel zegt, op ’t asfalt sloeg ik rad,
Schampte weg van staal. Je kùnt er jagen, zegt mijn vos.
Ik volg behoedzaam ’t slingerende pad.
Niet! schreeuwt mijn buizerd. Hij gaat prat
Op wijde vlucht in ’t lege zwerk. Mijdt de kolos.
Maar mij verlokt, mij trekt de stad.
’s Nachts zie ik aan de einder ’t hoog karaat
Van haar licht. Ik eet de laatste braam, streel ’t laatste mos
En volg behoedzaam ’t slingerende pad.
Weldra dan diesel, donut, lipgloss, jazz, het holle vat
Of diepe wijn? Ogen en monden, zoete blos, veelvoud van gros.
O, mij verlokt, mij trekt de stad.
Misschien keer ik nooit weer naar wat ik had.
Misschien wordt amour fou een total loss.
Ik volg behoedzaam ’t slingerende pad
Want mij verlokt, mij trekt de stad.

Verjaardag alweer

“Blijft er iets van mensen bewaard op een plek waarvan ze hebben gehouden? Het is een favoriete magische gedachte. Nicolaas Rockox en Adriana Perez hebben geluk: hun geesten zouden vandaag opnieuw De Gulden Rinck kunnen bezoeken en er verschillende kunstwerken aantreffen die hun dierbaar zijn geweest, ze zouden zelfs opnieuw in hun stadstuintje kunnen wandelen en de bloemen zien die mijnheer Peiresc heeft gestuurd.”

Op 14 december 1560 kwam Nicolaas Rockox ter wereld in de Keizerstraat. Hij bleef er zijn hele leven wonen. In februari heropent het mooie museum zijn deuren.

L. Huet en J. Grieten, Nicolaas Rockox 1560-1640. Burgemeester van de gouden eeuw, Antwerpen-Amsterdam, 2de druk, 2011, p. 339-340.

Kyrene

dans

Het blijft gek om te ervaren hoe een gedicht van iemand uit de vierde eeuw je aanspreekt, ja zelfs opbeurt. Maar dat is natuurlijk het wonder van het lezen.

Giet weldadige genade
van een windstil leven uit,
dat noch gebrek mijn huis bereikt
noch de rampspoed van de overvloed.

Houd mijn lichaam vrij van ziekten,
van de chaos van de passies,
houd mijn leven vrij van zorgen
die een last zijn voor het brein,
dat geen zware aardse blindheid
de opvlucht van mijn denken fnuikt.

“De rampspoed van de overvloed”: niet echt een begrip dat je in neoliberale tijden vaak tegenkomt.
Vijfde hymne, in Synesios van Kyrene, Dans die het heelal omkranst, vertaald en toegelicht door P. Gerbrandy, 2016 (Monobiblos, 3), p. 71-72.