Meesterwerk in Watervliet

DSC_0484
Meester van Frankfurt, Nood Gods, Watervliet, Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk

“Wie Vlaamse meesters in hun natuurlijke habitat wil bezoeken, rijgt de aangename verrassingen aan elkaar. Na de verliefde Anthony Van Dyck in Zaventem en de ten onrechte vergeten Theodoor Van Loon in Scherpenheuvel, rekende ik niet meer op een even grote ontdekking. Maar toen we het dorpsplein van Watervliet opreden en de gotische Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk zagen, begonnen we al een en ander te vermoeden. Deze sfeervolle kerk noemt men de kathedraal van het noorden. We begrepen waarom toen de deuren voor ons open zwaaiden en de lichten aangeknipt werden. Een hoogaltaar van Lucas Fayd’Herbe, een subliem orgel, een communiebank vol gebeeldhouwde engelen. Het interieur van deze dorpskerk is wonderbaarlijk rijk. En toen zagen we in de kooromgang een schilderij van absolute museumkwaliteit: de Nood Gods uit het begin van de zestiende eeuw, toegeschreven aan de Meester van Frankfurt. Die noodnaam bedriegt. Deze meester had weinig te maken met Frankfurt, des te meer met Antwerpen. Hij was een collega van Quinten Metsys en stond in het begin van de zestiende eeuw mee aan de wieg van de Antwerpse schilderschool.”

Lees het vervolg in het nieuwe nummer van Openbaar Kunstbezit. Of rij naar Watervliet.

De drie musketiers

MV5BMjI2MjcyODM3MF5BMl5BanBnXkFtZTgwMzkzNjYzMTE@._V1_

Zolang als ik me kan herinneren, behoren de drie musketiers tot mijn helden. (Tel daarbij Cyrano de Bergerac en Michael Strogoff, over wie later meer. ) Uiteraard dankzij de verfilming uit 1973, met Michael York, Oliver Reed, Richard Chamberlain, Frank Finlay en Raquel Welch. Nu ik eindelijk het oorspronkelijke boek van Alexandre Dumas lees, kan ik me weer een helder beeld vormen van vier karakters. (“De drie musketiers waren gek genoeg met vier,” zei een prof kunstgeschiedenis eertijds.) D’ Artagnan, de onstuimige romanticus, Athos, de mysterieuze zwijger, Porthos, de vrolijke opschepper, Aramis, het fijn geschilderd portretje met religieuze neigingen en een rijk geheim leven. Dumas’ boek draait uitsluitend rond de afwikkeling van de plot en is dus, in mijn ogen, saai. Maar trage lectuur brengt ook rust. Ik vertoef graag een paar uur in het gezelschap van de vier en Lodewijk XIII, Anne van Oostenrijk, kardinaal Richelieu en Madame Bonacieux. De klassieke jeugdboeken lezen, dat heeft toch wel wat weg van een jeugdelixir drinken.

“Mais, comme on le sait, ce qui frappe l’esprit capricieux du poète n’est pas toujours ce qui impressionne la masse des lecteurs.”

MV5BNTVhNGY5MTgtMDJhMS00NmY2LTk2YWUtZTUyZjkxODgxZDMyXkEyXkFqcGdeQXVyNzEzMDAyNTI@._V1_SY1000_CR0,0,1333,1000_AL_

Rose

rose-macaulay-1

“Wanneer ik overweeg dat in het normale leven van elke mens, elke dag, hoe kort, lang, droevig of vrolijk ook, getekend door wat voor onthutsende, bizarre of afstotelijke lotgevallen ook, eindigt met naar bed gaan – wanneer ik dat overweeg, vraag ik me af waarom niet iedere dag een blije, hoopvolle en triomfantelijke tocht is naar dit verrukkelijke einddoel; waarom, wanneer de zon zinkt en de avonduren voorbij glijden, onze harten niet opfleuren en jubelen in de zekere hoop op deze horizontale zaligheid. En als deze zaligheid minder vaak voorkwam, zeldzamer en vreemder was, dan zou de heerlijke luxe ervan toch echt een voorrecht van de goden schijnen, boven elke menselijke verdienste verheven.”

Hoe gaat dat, je neemt een boek uit de kast dat daar al een tijdje vergeten stond. Personal Pleasures, van Rose Macaulay. De zesde druk uit 1949. En dan blijkt het fantastisch te zijn. Ik vertaalde hier de eerste alinea van Bed: getting into it (je hebt ook nog deel 2: Bed: not getting out of it).

Gouden jaren

mammette 20001

Mamette behoort tot mijn lievelingsstrips. Deze geestige verhalen over een schattige oude dame in de grootstad weten me keer op keer te ontroeren en te doen glimlachen. Deel 2 is nu in een Nederlandse vertaling verschenen. Prachtig werk van Nob. En van uitgeverij Matsuoka. Zo ben ik dus weer een rolmodel rijker: iemand van 77 jaar.