
“Wie Vlaamse meesters in hun natuurlijke habitat wil bezoeken, rijgt de aangename verrassingen aan elkaar. Na de verliefde Anthony Van Dyck in Zaventem en de ten onrechte vergeten Theodoor Van Loon in Scherpenheuvel, rekende ik niet meer op een even grote ontdekking. Maar toen we het dorpsplein van Watervliet opreden en de gotische Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk zagen, begonnen we al een en ander te vermoeden. Deze sfeervolle kerk noemt men de kathedraal van het noorden. We begrepen waarom toen de deuren voor ons open zwaaiden en de lichten aangeknipt werden. Een hoogaltaar van Lucas Fayd’Herbe, een subliem orgel, een communiebank vol gebeeldhouwde engelen. Het interieur van deze dorpskerk is wonderbaarlijk rijk. En toen zagen we in de kooromgang een schilderij van absolute museumkwaliteit: de Nood Gods uit het begin van de zestiende eeuw, toegeschreven aan de Meester van Frankfurt. Die noodnaam bedriegt. Deze meester had weinig te maken met Frankfurt, des te meer met Antwerpen. Hij was een collega van Quinten Metsys en stond in het begin van de zestiende eeuw mee aan de wieg van de Antwerpse schilderschool.”
Lees het vervolg in het nieuwe nummer van Openbaar Kunstbezit. Of rij naar Watervliet.
zo, heb met veel plezier je beide aanbevelingen ter harte genomen.
Ter plekke rondgedwaald in de kerk en lang gekeken naar de “Nood Gods” (bij wijze van paas-bezinning). En aandachtig je mooie tekst gelezen – een fraai staaltje van ekphrasis – met woorden die meeklinken met het herinnerde beeld : “zijn gezicht dat vertrokken is van smart” ,” een boom met een brede kruin, die afsteekt tegen het gouden avondlicht”
met hartelijke groet,
Flâneur
Wat fijn, Flâneur! Ik blijf zelf ook nieuwe dingen ontdekken met meesters in Situ – vandaag een prachtige gotische beeldencollectie in de Sint-Lambertuskerk van Neeroeteren. We wonen in weelde, op dat gebied. Hartelijke groet, L.