Privé-Domein

800px-FK_Hiemer_-_Friedrich_Hölderlin_(Pastell_1792)
F. K. Hiemer, portret van Friedrich Hölderlin, Schiller-Nationalmuseum, Marbach

Blijkens de inscriptie op het schutblad kocht ik de uitgave van Hölderlins brieven in december 2001. Nu pas lees ik ze met volle aandacht. Ze voeren me feilloos terug naar de tijd toen ik filosofie studeerde en het in de lessen al Hölderlin was wat de klok sloeg. O, jeugdige onschuld.

En waaraan hapert dan nu de blik?

“’s Avonds kun je een welgemoed Vixi uitspreken, als je de dagen zo doorbrengt naar je me schreef.” Vixi – ik heb geleefd. De gedachte dat je de dag ’s avonds nog eens zou overschouwen en dan trots besluiten, ik heb vandaag geleefd – wel, dat is wonderlijk. Een goede oefening wellicht.

“… jij evenals ik weet dat de meesten het goed met zichzelf kunnen vinden en met anderen daarentegen het liefst net zo onverschillig omgaan als met hun pannen en stoelen; men hoedt zich er wel voor ze te breken zolang ze niet uit de mode zijn; – en dat ik mij niet laat breken, spreekt voor zich; dat ik mezelf slechts zo lang laat gebruiken tot ik een betere bestemming voor mezelf heb gevonden, spreekt ook voor zich; maar het is toch allemaal heel weinig.”

De dichter is veel strijdbaarder dan ik dacht.

En dagen waarin je een brief van Hölderlin hebt gelezen, dat zijn zeker ook dagen waarop Vixi van toepassing is.

Friedrich Hölderlin, Onder een ijzeren hemel. Brieven, vertaald en bezorgd door K. Freriks, Amsterdam, 1990.