Pucci, de monarch van motieven

 

Soms kunnen een paar foto’s van het internet wonderlijk veel heimwee opwekken. Emilio Pucci en een model in het Palazzo Pucci (ooit kende ik iemand die daar een appartement had gevonden), en modellen in Pucci’s ontwerpen tegen de achtergrond van de bekendste koepel ter wereld. Prince of prints wordt Pucci ook wel genoemd, de monarch van motieven. Ook een goeie eretitel voor schrijvers en componisten, bedenk ik nu. En ik zucht.

Poppen en olievaten

Drogende boeken in Accademia dei Georgofili, 1966
Drogende boeken en archiefstukken  in Accademia dei Georgofili, Firenze, 1966

“Een keer heb ik sneeuw zien vallen op deze brug, een keer stonden we hier en keken we ongerust naar het wassende, dreigend klotsende water dat bijna de top van de bogen tussen de pijlers raakte en almaar dode takken aanvoerde. Er werd nog slechter weer voorspeld, mensen kwamen voortdurend kijken hoe erg het al was en dachten terug aan de grote overstroming van november 1966, toen het water bomen, koeien, stoelen, poppen en olievaten aanvoerde, over de borstweringen raasde en in sommige kerken steeg tot op zes meter hoogte. De gevolgen van zulk een ramp wis je niet gemakkelijk uit, in één bibliotheek lagen de boeken dertig jaar later nog te drogen – tenminste, dat was de uitleg die de baliebedienden me gaven, misschien wilden ze gewoon niet gestoord worden, misschien begreep ik hun humor niet.”

L. Huet, Eenoog, Amsterdam,/Antwerpen, 2009, p.36.

Patroon

Ghirlandaio, H. Hieronymus, Chiesa Ognissanti, Firenze
Ghirlandaio, H. Hieronymus, Chiesa Ognissanti, Firenze

Vissers, kappers en naaisters voor haute-couture hebben hun patroonheiligen, vertalers ook. Op schilderijen krijgt Hieronymus vaak een mooie studeerkamer mee, dat is een prettige bonus. In Zeno X Gallery toont AMVK nog steeds haar rijdende studeerkamers/carrels, op de afbeelding hierboven lijkt het studeervertrek op een alkoof, met een gordijn afgesloten. Concentratie, meer heeft een mens niet nodig.

En opeens sta ik in gedachten op piazza Ognissanti. Zo weids, zo mondain, zo Frans, zo Engels. Institut français, English bookshop, een standbeeld van Carlo Goldoni, een snoepwinkel, een heel mooie jas in een herinnerde, verdwenen etalage. Hoe zou het er zijn?

Vrolijk lezen

Nu in de boekhandel
Nu in de boekhandel

De naam Gust Gils associeer ik sinds mijn schooltijd met vrolijk lezen. In het nieuwe Belgica-deeltje van Uitgeverij Voetnoot tref ik hoofdstukken aan van een roman die hij niet voltooide: kleine op zichzelf staande verhalen die smaken naar meer. Over de Oscams, sinds eeuwen de machthebbers in een mysterieuze stad. Ze doen me denken aan de Medici in Firenze, die Oscams, maar ook aan de vertellingen van John Flanders. En ik hervind de verbeelding, de humor en de absurditeit die ik me herinnerde. Plus een verrassende gedachte:
“En de waarheid is nu eenmaal wat je weet, of meent te weten – niet datgene waarvan je nooit een vermoeden hebt gehad.”

Voedsel

1393776_443484829093508_1377272164_n

Michelangelo in Firenze aan Tommaso Cavalieri in Rome, 28 juli 1533.

Messer Tommaso, mijn dierbare heer, ofschoon ik uw laatste brief niet beantwoordde, geloof ik toch niet dat u denkt dat ik u ben vergeten of dat ik het voedsel kan vergeten waarvan ik leef, en dat is niets anders dan uw naam. Maar ondanks het feit dat ik erg zelfingenomen spreek en in grote mate uw mindere ben, geloof ik niet dat iets onze vriendschap in de weg kan staan.

Een ontroerend kattebelletje van Michelangelo aan de vriend die hem dertig jaar later aan zijn sterfbed nog zou bezoeken. In de nieuwe bloemlezing en vertaling van Patrick Lateur, gisteren voorgesteld in het mooie stadhuis van Aalst.

Medici

800px-Angelico,_predella_dei_santi_cosma_e_damiano_da_pala_di_san_marco,_healing
Fra Angelico, Genezing van Justinianus, Museo di S. Marco, Firenze, ca. 1440

Mijn ouderwetse agenda leert me dat vandaag de feestdag is van de heiligen Cosmas en Damianus: een feestdag die me in gedachten naar Firenze voert. Misschien zijn daar nog wel een paar mensen aan het vieren. De overlevering wilde immers dat beide martelaren Arabische dokters waren die geneeskunde voor het volk beoefenden. Medici, dus, en daarom als beschermheiligen uitgekozen door de machtige Florentijnse familie de’ Medici, met name door stamvader Cosimo. Fra Angelico toonde de heiligen postuum aan het werk: volgens de Legenda Aurea zouden zij op een nacht de koster van hun Romeinse kerk verlost hebben van gangreen, door zijn aangetaste lidmaat te amputeren en het te vervangen door het been van een pas overleden Ethiopiër. Toen de koster wakker werd, had hij geen pijn meer, en een wit en een zwart been, allebei in perfecte staat. We zien hier dus een zeer vroeg voorbeeld van een geslaagde transplantatie.

Dus

Pontormo, verkondiging, Capponikapel, Santa Felicita, Firenze (Foto R. Baldwin)
Pontormo, verkondiging, Capponikapel, Santa Felicita, Firenze (Foto R. Baldwin)

Dus. Een gedachtengang. Ik schrijf over een hedendaags schilder die zich laat inspireren door Jacopo Pontormo. Hij die in het begin van de zestiende eeuw een Verkondiging van de Engel schilderde in de Santa Felicita in Florence. Ik zie Ponte Vecchio voor me, het pleintje vol vespa’s, de kerk zelf. Santa Felicita, dat is toch de vroegchristelijke martelares over wie we ook lazen in de Latijnse les; de tekst over Perpetua & Felicitas? Bewaarden ze daar dan mogelijk een reliek van deze heilige Felicitas? Ik neem mijn onvolprezen Touring Club Italianogids van Firenze uit de kast. Geen relieken, zo verneem ik, maar wel een van de oudste kerken van de stad, vroegchristelijk, cultusplaats van een levendige Grieks-Syrische gemeenschap. Ach zo. L’interno, molto luminoso, consta di un’ unica navata… Meteen zie ik beelden van de kerk voor me, herinner ik me mijn laatste bezoek, toen ik Pontormo’s Verkondiging nog eens wilde bekijken voor mijn vertrek maar me terugtrok omdat er een misviering bezig was. Plotseling word ik vervuld door heimwee. Ik neem een ander boek uit de kast. Verlucht met mooie aquarellen van stadsgezichten, die het heimwee niet stillen. Het boek vertoont foxing (roestbruine vlekjes) op de snede. Ik vraag aan J. of er iets tegen foxing te doen is. Hij zegt dat men niet weet waardoor foxing veroorzaakt wordt, mogelijk door roest van het ijzer in de hamers waarmee vodden tot papier werden geslagen. Er is geen remedie tegen foxing. En ook niet tegen mijn plotseling heimwee naar Italië.

Voortschrijven dus.

Koken als herenboer

Drink dit erbij. (Illustratie van John den Besten in de Nederlandse Artusi)
Drink dit erbij. (Illustratie van John den Besten in de Nederlandse Artusi)

Wat is dat oude kookboek van Pellegrino Artusi toch mooi geschreven en, in de Nederlandse vertaling, heerlijk geïllustreerd. Mijn oog viel op dit recept. Niet dat ik het daar ter plaatse ooit heb zien bereiden.

Dolce uit Firenze
Aangezien ik het gerecht in deze schitterende oude stad heb ontdekt en niemand de moeite had genomen het een naam te geven, heb ik de stoute schoenen aangetrokken en het Dolce Firenze genoemd. En als het vanwege zijn bescheiden aard niet genoeg eer doet aan deze illustere stad, dan kan het zich verontschuldigen met de woorden: ‘Verwelkom mij als huiselijk gerecht dat voor weinig geld uw tong zal strelen.’
Snijd het brood in dunne plakken, rooster ze heel even, besmeer ze nog warm aan beide kanten met boter en leg ze in een schaal die mooi genoeg is om het gerecht erin op te dienen. Bestrooi het brood met rozijnen en de geraspte citroenschil. Klop de eieren en de suiker in een kom schuimig, voeg de melk erbij en giet dit mengsel over de ingrediënten in de schaal. Zet de schaal op een treeft in de open haard met een zacht vuur eronder, leg het deksel van een veldoventje erop met vuur erbovenop en dien het gerecht warm op. Voor vijf personen moeten de hoeveelheden voldoende zijn. (100 g suiker, 60 g zeer fijn brood, 40 g sultanarozijnen, 3 eieren, boter, naar behoefte, 1/2 l melk, geraspte schil van 1 citroen)

Nog even een open haard, een treeft en het deksel van een veldoventje bij elkaar scharrelen.

Pellegrino Artusi, De wetenschap in de keuken en de kunst om goed te eten, vertaald door P. De Voogd en M. Geuzebroek, geïllustreerd door J. Den Besten, Bussum, 4de druk, 2001, p. 383.

Libreria Seeber

Ter gelegenheid van mijn praatje over Aristoteles, vanavond op Klara, probeerde ik me de naam te herinneren van de prachtige Florentijnse boekhandel waar ik in november 1990 een pocketversie van de Etica Nicomachea kocht. Ik herlas mijn dagboek van dat gelukkige jaar en vond uiteindelijk dankzij het internet dat aloude adres terug. Verdwenen boekhandel onder barok beschilderde gewelven, lievelingsboekhandel van mijn lievelingsdichter Montale. Aan de Via Tornabuoni.seeber

Sterrenhemel

Adam Elsheimer, De vlucht naar Egypte, München, Alte Pinakothek
Adam Elsheimer, De vlucht naar Egypte, München, Alte Pinakothek

Volgende week vindt in de faculteit Letteren van de KULeuven het symposium Facts & Feelings plaats, over documenten aangaande emoties bij kunstenaars in de vroegmoderne periode (1600-1800). Voor de gelegenheid herlees ik enkele brieven van Rubens en zoals wel vaker haper ik op de bladzijde waar hij zijn bewondering uitspreekt voor Adam Elsheimer, wiens dood in Rome hem net is gemeld. Het is 14 januari 1611. “Om een dergelijk verlies zouden al zijn vakgenoten zich moeten hullen in diepe rouw, want zij zullen niet snel zijn gelijke vinden. Naar mijn mening was hij de beste in kleine figuren en in landschappen, en in vele andere onderwerpen. […] Ik denk dat ik nooit eerder zoveel verdriet heb gevoeld als bij dit nieuws en nooit zal ik diegenen die hem aan zijn ellendig einde hebben gebracht een blik waardig keuren. En ik bid God dat hij signor Adam de zonde van de traagheid wil vergeven, waardoor hij de wereld schitterende kunstwerken heeft ontzegd en zichzelf veel ellende heeft bezorgd totdat hij, denk ik, bijna zichzelf tot wanhoop heeft gedreven, terwijl hij met zijn eigen handen een groot vermogen had kunnen opbouwen en zich door iedereen had kunnen laten respecteren.”
Kortom, de zachtmoedige signor Adam leed aan depressie en gebrek aan daadkracht en Rubens’ liefhebbende verwijt had hem bij uitstek kunnen aanmoedigen en aansporen: “waardoor hij de wereld schitterende kunstwerken heeft ontzegd.”

Elsheimers Vlucht naar Egypte is naar mijn aanvoelen een aangrijpend verstild werk, met dat maanlicht, de echte sterrenbeelden in het uitspansel, de herders en de onopvallende vluchtelingen.
De meester liet ook een zelfportret na, bewaard in de Florentijnse Uffizi. Dat rustige gezicht lijkt volmaakt te passen bij die rustige werken. De hand houdt palet en penselen stevig vast.

Adam Elsheimer, Zelfportret, Firenze, Uffizi
Adam Elsheimer, Zelfportret, Firenze, Uffizi