Oscar

Tot op heden is Linda van Tulden de enige Belgische vrouw die een Oscar in ontvangst mocht nemen. Dat gebeurde in 1987, na een introductie door de piepjonge Tom Hanks en de stokoude Bugs Bunny. Het kan raar lopen in dit leven, ik heb slechts anderhalf jaar in dienstverband gewerkt en gedurende die tijd was deze Oscarwinnares een zeer gewaardeerde collega.

Linten

Herderinnen en nimfen in een oud sprookjesachtig Gallië kunnen maar één soort blauwe linten dragen, had Eric Rohmer goed begrepen. En soms treft men het juiste aristocratische blauw ook aan op de gemarmerde schutbladen van een boek.
Nimf-1

Het boek: Perse, Satires, texte établi par A. Cartault, Parijs, 1920. Mogelijk een van mijn laatste vondsten in antiquariaat Procopius, dat eind deze maand de deuren sluit.

Pastorale

A. van Dyck, P. de Jode, Geneviève d'Urfé, 1645
A. van Dyck, P. de Jode, Geneviève d’Urfé, 1645

Welaan dan. Ik ontdek een schitterend boek uit 1910, geschreven door een zekere kanunnik Reure. Een biografie van Honoré d’Urfé, de zeventiende-eeuwse Franse schrijver van de roman L’Astrée. Honoré d’Urfé was bovendien, zo blijkt uit Reures stamboomonderzoek, de oom van Geneviève d’Urfé, aan lezers van deze blog al enigszins bekend door een moordzaak.

En het geluk lacht me toe. Eric Rohmer heeft L’Astrée verfilmd. Eindelijk nog eens een film op mijn verlanglijstje. Een regisseur die de originaliteit heeft om een zeventiende-eeuws boek als inspiratiebron te kiezen, beneemt me haast de adem. Stel je voor dat een Nederlandse regisseur een stuk van tijdgenoot Vondel zou gaan verfilmen.

astree

Herders, herderinnen en nimfen die over platonische liefde praten in een sprookjesachtig oud Gallië. Het klinkt plotseling zo fris en nieuw. Alle andere invalshoeken hebben we immers al gehad.

En mijn associatieve woordenlijst groeit. Pastural, peinture, peintural, pastorale.

Koning van Kafiristan

Peachey en Dravot. Michael Caine en Sean Connery, in The Man Who Would Be King, van regisseur John Huston. Sommigen zeggen dat de film nog beter is dan de novelle van Rudyard Kipling. Amper twintig bladzijden die me leren hoe weinig ik weet over Indië en de omliggende gebieden. Meesterlijk geschreven, moeilijk vertaalbaar.

Daarom gaan we weg om koningen te worden.”
“Soevereine koningen,” mompelde Dravot.
“Ja natuurlijk,” zei ik. “Jullie hebben in de zon gelopen, en het is een bloedhete nacht, en zouden jullie daar niet beter nog eens over slapen?”
“Niet zat en niet door de zon geslagen,” zei Dravot. “We hebben er een half jaar over geslapen, en willen nu boeken en atlassen raadplegen, en we hebben besloten dat er nog maar een plaats over is die twee sterke mannen kunnen sarawakken [veroveren]. Ze noemen het Kafiristan. Volgens mijn berekeningen ligt het in de rechterbovenhoek van Afghanistan, niet meer dan driehonderd mijl van Peshawar. Ze aanbidden daar tweeëndertig heidense afgoden, en wij worden de drie- en vierendertigste. Het is bergachtig land, en ze hebben er mooie vrouwen.”
“Maar dat is voorzien in ons Contrak,” zei Peachey Carnehan. “Geen vrouwen en geen drank, Daniel.”
“En dat is alles wat we weten, behalve dan dat niemand er geweest is, en ze vechten er, en overal waar ze vechten kan een man die in staat is om soldaten te drillen Koning worden. We zullen ernaartoe gaan en zeggen tegen de eerste Koning die we tegenkomen: Wil jij je vijanden overwinnen? En we zullen hem laten zien hoe hij soldaten moet opleiden; want dat kunnen wij het beste. Daarna zullen we de Koning ondermijnen en de troon bezetten en een dynastie stichten.”
“Jullie worden in stukken gehakt voordat je vijftig mijl de grens over bent,” zei ik. “Je moet door Afghanistan reizen om er te geraken. Dat is één hoop bergen,  pieken en gletsjers, en geen Engelsman is er ooit doorgetrokken. De mensen zijn echte barbaren, en zelfs als je er kon geraken dan bereikte je nog niks.”

En Peachey en Dravot vertrekken, omstreeks 1888.

Rudyard Kipling, The Man Who Would Be King and Other Stories, Wordsworth Editions Limited, 1994, p. 121-122 (vertaling LH).

Auto

Favoriete ster, favoriete stad, prima auto. Men koopt een tijdschrift in het station en vindt een beeld om te koesteren. (Naast de onvergetelijke beschrijving, in een ander artikel, van Yves Saint Laurent die kristallen kandelaars tegen de muur in gruzelementen keilde, roepend: “J’en ai marre de tous ces milliards!”)

Vanity Fair (‘Brillant dehors, mordant dedans’), numéro 2, Août 2013.

Lesje voor biografen

Wat een heerlijke film, Joann Sfars Serge Gainsbourg, Vie Héroïque. Ik keek geamuseerd toe en vroeg me meermaals af of het niet beter zou zijn om te beginnen met roken: al die elegante gebaren die een sigaret toelaat en die nu eenmaal niet te imiteren vallen met een gebakvorkje – en vergeten we ook de impact van smoky eyes niet. Sfars sprookjesachtige aanpak werkte bevrijdend – misschien moeten biografen maar eens wat loskomen van voetnoten, boodschappenlijstjes en verslagen van de gemeenteraad, en overwegen hoe hun onderwerp hun poëtische fantasie stimuleert. Charmant en geestig ook, Yolande Moreau als Fréhel – Belle époque zangeres van “realistische” liederen -, Anna Mouglalis (en een zwarte kat) als Juliette Gréco, Laetita Casta als Brigitte Bardot en Lucy Gordon als Jane Birkin.

De listenrijke

Wonderlijk goedgekozen beelden, vaak, in de Ilias. Dit, bijvoorbeeld, over de welsprekendheid van Odysseus:

Maar toen de sluwe Odysseus opsprong,
bleef hij een tijdlang stil, hij keek omlaag,
de ogen strak gevestigd op de grond.
En hij bewoog zijn scepter niet, naar voor
noch achter, maar hij hield hem vast omklemd
als iemand die niets wist te zeggen.
Je zou haast denken dat hij knorrig mokte
of simpelweg onnozel was. Maar liet hij
zijn diepe stem opklinken uit zijn borst,
woorden als vlokken sneeuw in wintertijd,
dan kon geen sterveling wedijveren
met Odysseus. Van toen af keken wij
niet zo verbaasd meer op bij zijn verschijning.

Schitterend, die vergelijking van overtuigende, ja manipulatieve woorden met een sneeuwvlaag die de toehoorders het zicht beneemt.

(Uit boek 3, vertaling door P. Lateur.)

Sofia

sophia 001Ooit zag ik in boekendorp Redu dit kookboek van Sofia Loren uit 1971. De wonderlijke cover bleek onvergetelijk, maar uiteindelijk belandde er een paar jaren later een herziene editie in de keukenkast. Celebritykookboeken zijn doorgaans te mijden; Sofia Loren heeft echter een mooi en bruikbaar werkje afgeleverd. In het dankwoord vertelt ze overigens al met verrassende eerlijkheid dat ze een aantal recepten heeft ontleend aan haar huishoudster, Livia Orlandi. Coniglio alle erbe (konijn met kruiden) en tonno fresco con funghi (verse tonijn met paddestoelen) behoren tot de favorieten, net als de pasta carbonara, pasta van de houtskoolarbeiders, heerlijk machtig met room, eierdooiers en pancetta (spek). De actrice leerde dit recept kennen tijdens de opnames van het hartverscheurende La Ciociara, in een bergachtige streek op enkele uren rijden van Rome. “De bergbewoners boden de cast en andere medewerkers een bepaalde pastaschotel aan, maccheroni alla carbonara. Deze pasta hadden ze zelf bereid. Hij bestond uit lange, dikke, massieve pasta die oneerbiedig strozzapretri (priesterwurgers) werden genoemd. Onze onvergelijkbare regisseur, Vittorio De Sica, en ik vroegen of we nog een tweede bord mochten opscheppen en ik zorgde ervoor dat ik de volgende dag werd uitgenodigd om te komen kijken hoe zij dit heerlijke recept bereidden. Sindsdien heb ik al vele malen bucatini alla carbonara gegeten. Dit recept is trouw aan de manier waarop de houtskoolarbeiders het bereidden, maar het zal helaas nooit meer dezelfde smaak hebben als het toen had.”

Een samenvatting: sauteer in een pan stukjes pancetta en takjes krulpeterselie. Klop in een schaal de eidooiers (1 per persoon), de zure room – of desgewenst lichtere ricotta – en de geraspte parmezaanse kaas door elkaar. Kook de pasta beetgaar, laat uitlekken, doe er het spek en peterselie en het roommengsel overheen. Goed mengen. Peper. Voilà. Opdienen met extra parmezaanse kaas.

S. Loren, Mijn lekkerste recepten en mooiste herinneringen, ingeleid door G. Armani, vertaald door J. Hetebrij, Aartselaar, 2005?, p. 72-74.

Neerwaarts sijpelen

Hilary Mantels briljante romans over Thomas Cromwell maken andere boeken over de Tudorperiode minder genietbaar. Voor het slapengaan lees ik al een week elke avond in Philippa Gregory’s The Other Boleyn Girl. Een paar jaar geleden heb ik deze roman nog met plezier verslonden, nu kan ik mijn aandacht er amper bijhouden. De personages boeien me niet, hun gewaarwordingen boeien me niet, en wanneer het gaat over hun “passie” of “genegenheid” voel ik slechts gegeeuw opkomen – uiteraard wel een begerenswaardig effect in een boek waarmee je hoopt de slaap in te glijden. Goed, er zijn nog wat obligate feministische kreten over de machteloosheid van vrouwen, en de manier waarop zij gereduceerd worden tot hun vruchtbaarheid. Mary en Anne Boleyn lijken in deze roman op twee hedendaagse meisjes in zestiende-eeuws kostuum, geen verrassende vrouwen uit een andere cultuur en een ander tijdperk.

Het historisch inzicht kan nog veel meer verwateren, stelde ik gisterenavond vast, bij het bekijken van de verfilming met Kristin Scott Thomas, Scarlett Johansson, Natalie Portman, Ana Torrent en Eric Bana. Jaren geleden zag ik de affiche en die sprak me aan, misschien vooral door de charme van Scarlett en Natalie, en door de schitterende kleuren van hun jurken. “Een kasteelsoap,” waarschuwde het televisieblad terecht. Een reeks mooie plaatjes van mooie leading ladies, wat glimpen van blote schouders, hetzij in een bed hetzij in een kerker, en de grote leugen van het medium film: alle problemen kunnen in een uur tijd worden gesteld en opgelost, elke gemoedstoestand kan in drie close-ups duidelijk worden. De personages in de roman leken wonderen van subtiliteit, vergeleken bij de poppenkastpoppen op het scherm. En zelfs mijn liefde voor historisch kostuum sleepte me er niet doorheen. Ja, er waren de betoverende kleuren van sommige stoffen, die zo van de eerbiedwaardige weefgetouwen van Rubelli kwamen; maar waarom paste er niets beter, waarom waren sommige ensembles van de leading ladies ronduit lelijk en houterig geconstrueerd? Zo gaat het dan: men wil zich een avond lang ouderwets ontspannen met Hollywoodglamour, men zit ten slotte het verhaal braafjes uit, uit wellicht misplaatst doorzettingsvermogen.