Ooit zag ik in boekendorp Redu dit kookboek van Sofia Loren uit 1971. De wonderlijke cover bleek onvergetelijk, maar uiteindelijk belandde er een paar jaren later een herziene editie in de keukenkast. Celebritykookboeken zijn doorgaans te mijden; Sofia Loren heeft echter een mooi en bruikbaar werkje afgeleverd. In het dankwoord vertelt ze overigens al met verrassende eerlijkheid dat ze een aantal recepten heeft ontleend aan haar huishoudster, Livia Orlandi. Coniglio alle erbe (konijn met kruiden) en tonno fresco con funghi (verse tonijn met paddestoelen) behoren tot de favorieten, net als de pasta carbonara, pasta van de houtskoolarbeiders, heerlijk machtig met room, eierdooiers en pancetta (spek). De actrice leerde dit recept kennen tijdens de opnames van het hartverscheurende La Ciociara, in een bergachtige streek op enkele uren rijden van Rome. “De bergbewoners boden de cast en andere medewerkers een bepaalde pastaschotel aan, maccheroni alla carbonara. Deze pasta hadden ze zelf bereid. Hij bestond uit lange, dikke, massieve pasta die oneerbiedig strozzapretri (priesterwurgers) werden genoemd. Onze onvergelijkbare regisseur, Vittorio De Sica, en ik vroegen of we nog een tweede bord mochten opscheppen en ik zorgde ervoor dat ik de volgende dag werd uitgenodigd om te komen kijken hoe zij dit heerlijke recept bereidden. Sindsdien heb ik al vele malen bucatini alla carbonara gegeten. Dit recept is trouw aan de manier waarop de houtskoolarbeiders het bereidden, maar het zal helaas nooit meer dezelfde smaak hebben als het toen had.”
Een samenvatting: sauteer in een pan stukjes pancetta en takjes krulpeterselie. Klop in een schaal de eidooiers (1 per persoon), de zure room – of desgewenst lichtere ricotta – en de geraspte parmezaanse kaas door elkaar. Kook de pasta beetgaar, laat uitlekken, doe er het spek en peterselie en het roommengsel overheen. Goed mengen. Peper. Voilà. Opdienen met extra parmezaanse kaas.
S. Loren, Mijn lekkerste recepten en mooiste herinneringen, ingeleid door G. Armani, vertaald door J. Hetebrij, Aartselaar, 2005?, p. 72-74.
“Vertaald door J. Hetebrij”? Dat moet wel iemand zijn die om zijn echte naam heen danst …
Ja, die vertalersnaam vond ik ook fantastisch, zoiets verzin je niet.