
Zomerdag. Lucht van topaas. Klaprozen in neon. Gekneusde enkel. Dan maar op het terras, liefdevol, in nieuwe boeken gebladerd. Belgische diversiteit!
Ik zou naast de pioen kunnen gaan staan en volgen hoe ze zich ontvouwt. Straks, wanneer de zon schijnt, zal ze aan haar volle glorie beginnen. De tuin is een theater tijdens het hoogseizoen: de mispel lost de meidoorn af in het bloesemen, de Chinese vaantjesboom laat zijn witte zakdoeken zachtjes neerdwarrelen, de mezen duiken hun nestkastjes in, vlagen parfum van azalea en blauweregen scheppen een hemelse sfeer, hommels zwalpen rond van kelk naar kelk, de imker kwam hoopvol al twee korven plaatsen. Wie maalt er om dat de tuin verwilderd is en laat bloeit op arme zandgrond?
Een pakje uit het postpunt. En daarin een verrassing: de heruitgave van Lovelings Erfelijk belast (1906), met het mooie schilderij van Paula Modersohn-Becker op het omslag, en mijn nawoord.
Een genadeloze roman, Erfelijk belast, waarin de schrijfster haar personages geen enkele uitweg gunt. “Ach, erfelijke belasting is toch eigen aan de condition humaine,” zegt J.
Een fragment van mijn uitleiding:
“Dat Loveling een roman met zulk een medisch thema schreef als Erfelijk belast hoeft niet te verwonderen: haar familie telde heel wat dokters en wetenschappers die goed vertrouwd waren met de ideeën van Charles Darwin en mogelijk ook die van Thomas Malthus en Gregor Mendel. Wanneer Otto bedenkt dat de menselijke voortplanting zou moeten geregeld worden door even rationele wetten als fokkers toepassen bij “nuttige diersoorten”, vertolkt hij een plompe, slecht gefundeerde wetenschappelijke theorie die tot 1945 in vele landen van het noordelijk halfrond ernstig werd genomen, zelfs in de praktijk werd gebracht. Gedwongen sterilisatie, gedwongen afzondering van mensen die niet geschikt werden geacht voor de verbetering van het volk of ras, zulke zaken gebeurden in de Verenigde Staten, in Canada, in de Scandinavische landen. De Duitse nationaal-socialisten zouden deze ideeën tijdens de Tweede Wereldoorlog tot het uiterste voeren, waarna de hele notie van eugenetica taboe werd in de westerse samenlevingen.”
Morgen begint in Antwerpen het stadsfestival Barokke influencers. De titel alleen al doet me opleven. Rubens, Rockox, Jan Brueghel, Clara Peeters, aartshertogin Isabella! Brieven, schilderijen, mantels en degens, en niet te vergeten de beroemde barokke parels… Samen met Johan Verberckmoes werk ik morgen in de Erfgoedbibliotheek mee aan een podcast over al deze briljante mensen. Op het plein zingen Tutti fratelli, en de tentoonstelling opent haar deuren in de Carolus Borromeuskerk, in de Erfgoedbibliotheek zelf en in het Museum Snijders- en Rockoxhuis. We staan er goed voor!
Maart probeert mijn stemmingen in te halen en slaagt er niet in. De aanblik van de keizerskronen doet me zoals elk jaar plezier – bloemen geplant door mijn ouders, bloemen die me aan de zestiende eeuw doen denken, en aan houtsneden in het kruidboek van Rembert Dodoens. Kom, zon, en laat je licht vangen door al die kelken.
Een blij weerzien in Schiedam, met het werk van Femmy Otten. Haar eerste grote solotentoonstelling zag ik in CC de warande in Turnhout. In Schiedam herkende ik werk van toen in nieuwe configuraties, nieuwe context. Zoals deze Rainbow Woman II, die de expo opent en het blikveld van de bezoeker meteen doorkruist, doorstreept, schokt. Ik ontdekte nieuw werk. Ik zag hoe bezoekers geraakt werden, hoe ze deze kunst waarin zoveel vrouwelijke ervaring aan het licht komt, waardeerden.
Weldra schrijf ik er uitgebreider over op Hic et Nunc.
Femmy Otten, We Once Were One, Nog tot 25 juni in het Stedelijk Museum in Schiedam.