Ik heb een bijzondere band met Cultureel Centrum De Warande. Deze Turnhoutse instelling is namelijk twee keer opgetreden als mijn uitgever: de eerste keer in 2002, toen zij een boekje bij me bestelde over onverwachte schrijvers in haar stad, de tweede keer dit jaar, toen zij een bibliofiel werkje liet uitgeven met tekeningen van Anne-Mie Van Kerckhoven en verhalen van mij, als onderdeel van het kunstenparcours Tweespoor.
Dat een cultureel centrum zich op een originele manier met literatuur inlaat en niet enkel de schaarse literaire theaterprogramma’s boekt, juich ik volmondig toe. Dit voorbeeld biedt mogelijkheden en verdient navolging. Wat me echter bij elke gelegenheid heeft verbaasd, is de nazorg voor die literaire productie. In 2003 vernam ik dat de verkoop van het eerste boek –Turnhout. Onverwachte schrijvers in een kleine stad – niet bijster vlot liep. Geen wonder, want het boek was nergens in de inkomhal van het cultureel centrum te zien, stond daar nergens vermeld op een affiche of wat dan ook (dit in tegenstelling tot menige allang vergeten theatervoorstelling). Hoe konden bezoekers dan weten dat De Warande een interessant literair-heemkundig boek had besteld bij een auteur en het nu aanbood? Zelfs in de uitstekende uitleenbibliotheek van het cultureel centrum werd nergens promotie gemaakt voor deze eigen publicatie. Ik vernam ten slotte dat er een stapel dozen met onverkochte exemplaren in de kelder was weggezet. En daarna kreeg ik telefoons van mensen die me vroegen of zij bij mij een exemplaar van dit boek konden kopen: ze hadden naar De Warande gebeld en daar was hun verteld dat De Warande het niet meer kon leveren. Kafkaiaans, en bovendien niet getuigend van een gezonde hang naar return on investment.
Gisteren vernam ik weer zoiets: onafhankelijke boekhandel ’t Verschil in Antwerpen had geprobeerd om bij De Warande een exemplaar van het mooi vormgegeven Sacra Conversazione | Heiligen en begijnen te bestellen. De e-mail bleef gewoon onbeantwoord. Wat een verspilling, denk ik dan. Mits goede promotie en opvolging zou De Warande iets aan dit eigen initiatief kunnen verdienen, in elk geval de kostprijs dempen. Of denkt men daar niet aan, wanneer men vastbenoemd ambtenaar is en zorgeloos aan welige subsidiestromen leeft?
(Update: een van de organisatrices van kunstenparcours Tweespoor heeft de voorliggende kwestie ter harte genomen. Dank, Sarah R.!)