Zomer

Ik kreeg een mooi, dun boek cadeau. De schrijver vertelt over zijn observatie van een kraai, tijdens de zomer; ergens in het noorden van Nederland, bij de zee.

“Een zware geur van overrijpe vruchten.

Het hart van de zomer.

Een warm strand dat ’s nachts niet meer afkoelt.

Het binnenst van een vrucht.

Het zoemen van een wesp.

Het water staat bruin en stil in de sloten.

Er is een ijshoorntje op het plaveisel van de boulevard gevallen. De geur van vanille die daar nog dagen van de warme stenen komt.

Tussen toen en nu een leven, in een oogwenk door de geur overbrugd.

Het hart van de zomer, welke kant je ook oploopt, vooruit, achteruit, naar links, rechts, je loopt de zomer in.

De geluiden staan op zich en leggen het af tegen de hitte.

Het zoemen van de insecten onder de fruitbomen.

Jouw stille zwarte vlucht.”

Vroeg of laat word je op het platteland een geduldige waarnemer.

Opneming

Het moet niet altijd Rubens zijn, al bezit de kathedraal van Antwerpen wel een magnifieke Tenhemelopneming van zijn hand. Vandaag heb ik heimwee naar Titiaans Tenhemelopneming van Maria in de S. Maria Gloriosa dei Frari in Venetië. Een schilderij dat Rubens ter plaatse zag en bewonderde. En een paar honderd jaar later zag ik het daar ook. Een verre herinnering. We vieren Moederdag in de provincie Antwerpen. Mijn moeder en ik gaan wandelen, een blokje om in laf weer, maar het waait toch zacht. En ik steek een kaars aan in het kapelletje dat bij mijn moeders huis hoort. Het kapelletje is al meer dan honderd jaar toegewijd aan de Stella Maris, de leid-ster op zee. Laat haar de mensen die moedig zwalpen op de zee der vergetelheid naar een goede haven leiden. Is dat een troostende gedachte?