Theater

Ik zou naast de pioen kunnen gaan staan en volgen hoe ze zich ontvouwt. Straks, wanneer de zon schijnt, zal ze aan haar volle glorie beginnen. De tuin is een theater tijdens het hoogseizoen: de mispel lost de meidoorn af in het bloesemen, de Chinese vaantjesboom laat zijn witte zakdoeken zachtjes neerdwarrelen, de mezen duiken hun nestkastjes in, vlagen parfum van azalea en blauweregen scheppen een hemelse sfeer, hommels zwalpen rond van kelk naar kelk, de imker kwam hoopvol al twee korven plaatsen. Wie maalt er om dat de tuin verwilderd is en laat bloeit op arme zandgrond?