Inferno

Luca Signorelli, Dante Alighieri, Kathedraal van Orvieto

De dichte menigte, de martelingen

Die ik moest aanzien, deden mij steeds weer

Tranen van deernis in de ogen springen.

Aldus Dante in Canto 29 van zijn Helletocht. Zijn woorden passen bij de herdenking van de aanslagen op Brussel in 2016. Een vader horen spreken die twee kinderen verloor, dat is aangrijpend. Hem horen zeggen dat de overlevende slachtoffers nog steeds wachten op een passend statuut dat hun het leven zou vergemakkelijken, vind ik beschamend. Belgisch broddelwerk zonder weerga.

En de angst heeft zich diep in onze maatschappij genesteld. Dit jaar herdenken wij ook de zevenhonderdste verjaardag van de dood van een grote Europese dichter: Dante Alighieri. Zaterdag hoorde ik in Interne Keuken de jonge vertaalster aan het woord van het boek dat Dante schreef over zijn tocht door de hel. Zij vertelde boeiend, maar gaf ook grif toe dat na de onthoofding van Samuel Paty in Frankrijk er een ‘gespannenheid’ ontstond in de uitgeverij. ‘Om een grote bevolkingsgroep niet voor het hoofd te stoten’, had men beslist om de naam van een personage dat Dante in de hel ontmoet, weg te laten. Dit personage is Mohammed, gevangen in de kring voor mensen die verdeeldheid zaaiden. Het is een voorbeeld van wat Salman Rushdie zou noemen: angst vermomd als respect. Overigens is het geen respect, want men gaat er met deze ingreep vanuit dat Europese moslims die zich in de Europese literatuur verdiepen, gespeend zijn van ieder historisch perspectief en ieder besef van diversiteit; dat zij alleen maar woedend zullen reageren op deze vermelding van hun profeet.

Het Franse schoolmeisje dat de hetze tegen Samuel Paty begon, heeft intussen toegegeven dat ze over hem heeft gelogen tegen haar vader. Ze wordt vervolgd voor laster.

(Ik raadpleegde de vertaling van Dante die ik al in huis had, deze van Ike Cialona en Peter Verstegen. Wat mij altijd ontroert in Dante’s reisverslag, is het medeleven dat hij voelt met de zielen die hij ontmoet, en de hoffelijke gesprekken die hij met hen voert. Zo ook met Mohammed.)

Gertrudis, Nijvel

Een jaar geleden kwam ik op het web een glasraampje van mijn oudoom Jan Huet tegen. Ik kocht het en toonde het aan mijn ouders op deze, haar feestdag. ‘Ze is de patrones van de herbergiers, reizigers en weggebruikers,’ zei ik, ‘ze past hier dus.’ Er is sprake van Sint-Geertensminne, een heildronk op reizigers, voor een behouden aankomst. Die heildronk werd later ook uitgebracht op de zielen van de doden. Mijn vader hield van de smirrels die rond Gertrudis fladderen. Mijn moeder vindt de margrieten mooi. Laat Gertrudis nog maar even het licht in de keuken doen flonkeren.

Interne keuken

Morgen spreekt men in Interne Keuken ook even over Oud papier. Het radioprogramma over boeken dat eigenlijk op tv te zien zou moeten zijn, u weet het wel, Radio 1, tussen elf en een. Gentlewoman’s hour, zou een vriend van me het tijdstip noemen.