Painting Treatments

behindbars

‘Els Nouwen is een schilder die de hedendaagse beeldenstroom niet afwijst maar ook niet passief ondergaat. Zij betreedt het strijdperk. Els Nouwen kiest beelden uit haar archief, meestal foto’s in oude tijdschriften, om als schilder, met olieverf, te onderzoeken wat dit gladde beeld wil. Is het een rechtstreekse voorstelling van de werkelijkheid? Zet een foto echt de tijd stil en legt ze geesten vast? Wat wil dit beeld, als beeld? Bijvoorbeeld een foto van spelende kinderen, of van een Amerikaanse president. “Wat wil dit beeld?”: ik citeer Els Nouwen hier letterlijk en deze vraag is voor mij een uiting van de integriteit, maar ook van het mysterieuze vakmanschap van de schilder. Els Nouwen denkt na over wat het beeld dat voor haar ligt, van haar vraagt, waarom het haar aanspreekt, en ze zet al haar kunde en kennis in om dat bloot te leggen. “Strategische intuïtie”, (de uitdrukking is opnieuw van haarzelf), bepaalt wat ze zal doen.’

Sta me toe u deze tentoonstelling aan te bevelen.

Op stap met Rubens

Rubens wandelgids
Het resultaat van je werk in je handen kunnen nemen, dat is prettig. Rubens en de wellust? Rubens en de naastenliefde? We zetten de hoofdzonden en deugden van de meester voor u op een rijtje, u leert ze kennen op een aangename wandeling door Antwerpen. Beschikbaar in het Nederlands, Frans, Engels en Duits. Een uitgave van de stad Antwerpen, Antwerpen Toerisme en Congres en BAI. (Tekst Zonden en Deugden: Leen Huet en Jan Grieten)

Rubens, Brieven

Nieuwe uitgave
Nieuwe uitgave

In een portret draait het om de blik.
En op een schutblad treft men graag een verrassing aan. De handtekening van de meester, bijvoorbeeld. En zijn vloeiende geschrift. Antwerpen den 25 July 1637.

Ick ben geaffectionneerdt voor de stadt Ceulen, om dat ick aldaer ben opgevoedt tot het thienste iaer mijns levens, en hebbe dickwils verlanght naer soo langen tijdt de selve nogh eens te besightigen.

Rubens4
P.P. Rubens, Brief aan G. Geldorp, 25 juli 1637 (Copyright Rubenshuis, Antwerpen)

Wrokkige prulpoëet

eekhoud2

“Toen de ondraaglijk lijdende zieke de naam van de bespottelijke, wrokkige prulpoëet hoorde, vergat hij zijn brandende pijn en barstte in een onbedaarlijke schaterlach uit.” Kijk, zo blijken zelfs wrokkige prulpoëten hun palliatieve nut te hebben. Ik vind dit een mooie zin uit “Het hart van Tony Wandel”, het geestige sciencefictionverhaal van Georges Eekhoud (1854-1927). Het hart van de rechtschapen Tony Wandel belandt via transplantaties bij een hebberige bankier, een vijfderangs dichter en een wrede tsaar, en verandert hen in goede mensen. Katelyne De Vuyst vertaalde dit pareltje voor uitgeverij Voetnoot in 2013. Intussen schikte zij de kers op de taart, door Eekhouds schandaalroman Escal-Vigor voor het eerst in het Nederlands te vertalen. Ter voorbereiding van ons gesprek zaterdag grijp ik ook nog eens naar Eekhouds cultuurgeschiedenis van zijn geboortestad Antwerpen, Les libertins d’Anvers. “Antwerpen was altijd al de heidense stad van het Belgisch Kokanje.”

Escal-Vigor

 

Omslag_voorzijde_Escal_Vigor_LR

Het Letterenhuis en Uitgeverij IJzer nodigen u uit op de presentatie van Escal-Vigor door Georges Eekhoud in de vertaling van Katelijne De Vuyst.
Waar? In het Letterenhuis op zaterdag 29 maart om 15 uur
Programma:
Welkom: Leen Van Dijck
Willem Desmense, uitgever
Leen Huet in gesprek met de vertaalster
Fragment uit Escal-Vigor
Receptie

Letterenhuis
Minderbroederstraat 22, Antwerpen
Zaterdag 29 maart om 15.00 u

Wees welkom!
Aanmelden: letterenhuis@stad.antwerpen.be
Telefonisch: +32 3 222 93 20

Op 29 maart verschijnt eindelijk, 115 jaar na publicatie, een vertaling van Escal-Vigor van Georges Eekhoud. Dat het boek na zoveel jaren in het Nederlands in een vertaling van Katelijne De Vuyst verschijnt mag een daad van rechtvaardigheid genoemd worden.

Info: http://www.uitgeverij-ijzer.nl/
http://www.letterenhuis.be/Museum_Letterenhuis_NL/LetterenhuisNL/LetterenhuisNL-Activiteiten/LetterenhuisNL-Activiteiten-Evenementen-NL/2014/Escal-Vigor-van-Georges-Eekhoud.html

Toneel in open lucht

Toneelopvoering op de Merckt in Oud Antwerpen
Toneelopvoering op de Merckt in Oud Antwerpen

‘Wij waren reeds half April, en iets wat schier zonder voorgaande was in eene tentoonstelling, “Oud Antwerpen” was zoo goed als klaar, en alles deed voorzien dat er op 5 Mei, dag der officiëele opening, geen nagel meer zou moeten geslagen worden. Veranneman, de schilder, werkte met een heel leger schildersgasten van als de dag in de lucht kwam, tot ’s avonds de zon weer onderging, om al die versch opgetimmerde puntgeveltjes, zoo wat een voorkomen te geven, alsof zij daar al een paar honderd jaar in regen en wind hadden gestaan. (…) En allengs zag men hier en daar een vreemd, wonderbaar oud huizeken, met zijne kleine vensterkens, als droomend voor zich kijken, dat zoo permentelijk op een echt middeleeuwsch gebouw geleek dat het voor een vreemdeling een heele kunst zou zijn, vooral voor een Engelschman, om daar uit wijs te worden.
Intusschen was ook ons tooneel voltooid, en al vloekte het een beetje met zijne drie vergulde portieken tusschen die in rooden simili-baksteen opgetrokken huizekens, met hunne prettige puntgeveltjes. Het zag er toch geschikt uit, erg geschikt voor het werk.’
Aldus Gustave De Lattin, verantwoordelijke voor het theater van Oud Antwerpen, die de Consciencebibliotheek doorploegde op zoek naar bruikbare oude toneelstukken, slechts Playerwater en Nu Noch vond, en ten slotte zelf wat simili-oude kluchten schreef.

Het portiek achter het toneel was gebaseerd op een ontwerp dat Pieter Coecke in 1549 maakte voor de Blijde Intrede van Filips II. Links de gevel van het huis Drie Koningen, later heropgebouwd in de Lange Gasthuisstraat.

G. De Lattin, Herinneringen aan het toneel in open lucht. Oud Antwerpen (tentoonstelling 1894), Antwerpen, 1903.

Oud Antwerpen

Frans Van Kuyck, het uithangbord van huis De Zonnebloem in Oud Antwerpen
Frans Van Kuyck, het uithangbord van huis De Zonnebloem in Oud Antwerpen

Zijn er nog Wereldtentoonstellingen? Ik weet het niet. Ik hoor mijn ouders vertellen over de Expo in Brussel in 1958 en nu lees ik over Antwerpen 1894 – toen de Antwerpse burgers het idee opvatten om een ideaal zestiende-eeuws Antwerpen te tonen aan de internationale bezoekers. Disneyland en Bokrijk avant la lettre, maar o, wat zou ik er graag hebben rondgelopen, in dat decor van mijn geliefde schilders Quinten Metsys, Mayken Coecke, Pieter Bruegel en Jacob De Backer. En dan nog het liefst in flatterend historisch kostuum. Oud Antwerpen bleef bewaard in foto’s, teksten en aquarellen. Sommige gebouwen overleven in het Buitenland in Bornem en Mevrouw Mayer Van den Bergh liet de gevel van het huis dat ze huurde in Oud-Antwerpen opnieuw bouwen voor het museum dat ze later schonk aan de stad. Huize De Drie Koningen in de Lange Gasthuisstraat.

M. Rooses, F. Van Kuyck, De wijk Oud Antwerpen in de Wereldtentoonstelling van 1894, Antwerpen, 1896.

Zie ook: Retroscoop

Joyce Royce

joyceVorige zaterdag had ik het genoegen herinneringen op te halen met antiquaar Hugo Boelaert. We spraken over de sixties in Vlaanderen – “zeg maar early seventies” -, en over de manieren waarop je als vroege hippie gekleineerd werd. Over de Dalai Lama, over een plein in Korea, over Kyoto, het verhaal van Genji en Wannes Van de Velde. Joyce Royce in de Lange Leemstraat in Antwerpen, in dat wonderlijke art-décogebouw; alweer een boekhandel die ik moet missen. Omdat goede dingen niet genoeg geprezen kunnen worden, vestig ik hier graag de aandacht op zijn blog, vol muzikaal, literair en topografisch erfgoed.