Opdracht vervuld

Drie kleine vliegenvangers zag ik tot nu toe naar buiten kijken. De ouders vliegen af en aan met insecten, één keer met een hele atalanta. Soms nemen ze ook het afval mee: witte buideltjes worden netjes afgevoerd. En er is nu ook iets te horen: gekras wanneer de ouders onraad ruiken, een tevreden geluidje wanneer ze gerust zijn, gepiep van de kleintjes. Dit had mijn vader moeten zien!

Feestdag

De nationale feestdag nam de vorm aan van een heerlijke rommelmarkt in Zondereigen, waar een paar nostalgische Belgicana op me lagen te wachten. De doos met het vorstenpaar kocht ik van de eerste eigenares, die zelfs het sleuteltje zorgvuldig had bewaard.

Vliegenvanger

Op 2 september 1774 schreef Gilbert White in Selborne: “Van al onze zomervogels is de vliegenvanger de stilste en de gewoonste; deze verschijnt ook het laatst van allemaal. Hij bouwt een nest in een druivelaar of een egelantier, tegen de muur van een huis, of in het gat in een muur, of op het uiteinde van een balk of plaat, en dikwijls dicht bij een deur waar mensen de hele dag in- en uitlopen. Deze vogel maakt niet de minste aanstalten om te zingen, maar brengt een lichte innerlijk jammerende noot voort wanneer hij denkt dat zijn jongen in gevaar zijn door een kat of andere stoornissen; hij broedt slechts eenmaal, en vertrekt vroeg.”

In juli 2023 stel ik vast dat deze beschrijving helemaal juist is: want de vliegenvanger zit hele dagen in de meidoorn zonder een geluid uit te brengen, schrikt niet wanneer ik op het terras kom zitten, en zijn dame broedt in de bloempot boven de stokroos, vlakbij de keukendeur.

Gilbert White, The Natural History of Selborne, edited with an introduction and notes by Richard Mabey, Penguin Classics, 1987, p. 96.

Onstuimig

Mijn moeder zou gisteren 85 geworden zijn. Geen ontvangst op het terras waar in andere jaren zoveel plezier werd gemaakt. De nieuwe stokrozen hebben wel het onstuimige weer doorstaan.

Interesten

“Was de Diepte de kleine schavuit, die in zijn jeugdjaren meestal opereerde op het ouderlijk domein, enige jaren kwijt geweest – de meeste mensen waren hem al lang vergeten! – dan kreeg ze hem nu na de oorlog terug met de interesten erbij!”

(Armand Huet, Het wonderbare leven van Martial Van Schelle, 1976)

Mijn grootvader doet me glimlachen, met die “interesten erbij”. Ik hoor het hem bijna zeggen. En het is waar, de jongeman in kwestie had na zijn legerdienst aan het einde van WO I moeite om zich terug aan te passen aan het burgerleven. Hij zette de streek behoorlijk op stelten.

Martial Van Schelle als veteraan van het Amerikaanse leger en een bewaker van de Rijksweldadigheidskolonie Wortel, 1919