Bronzen wijsgeer

JustusLipsius

Het bronzen ankerpunt van heel wat mijner stadskuieringen, Justus Lipsius, schreef dit: “Voeg daarbij dat de natuur zelf ons zo heeft gemaakt dat we al te licht geneigd zijn om slechte voorbeelden na te volgen. Zoals de schilder met lichte hand en zwierig penseel rimpels, wratten en moedervlekken op het gelaat weergeeft, maar helemaal niet gemakkelijk het gelaat zelf weet te schilderen, zo imiteren wij moeizaam rechtschapenheid, maar moeiteloos de schandvlekken van de ziel.”
Een mooie metafoor. Het is verheugend dat we binnenkort in Antwerpen een reeks portretten zullen kunnen bekijken van een leerling van Justus Lipsius: Peter Paul Rubens. Moedervlekken en wratten of het ware gelaat? Het antwoord is snel gegeven.

J. Lipsius, Brieven aan studenten, vertaald door J. Papy, Uitgeverij P, Leuven, 2006, p. 15. Rubens Privé, vanaf maart in het Rubenshuis, Antwerpen.

Binnenkort

P.P. Rubens, Clara Serena Rubens, ca. 1615, Liechtenstein Museum, Wenen
P.P. Rubens, Clara Serena Rubens, ca. 1615, Liechtenstein Museum, Wenen

Binnenkort komt zij terug naar Antwerpen. Clara Serena. In maart. Voor het eerst in een paar honderd jaar is ze dan terug in haar huis, waar ze opgroeide bij haar ouders, Pieter-Paul Rubens en Isabella Brant, en bij haar broers Albert en Nicolaas. Ik kijk er zeer naar uit.

Rubens Privé, in het Rubenshuis, vanaf maart 2015

Op stap met Rubens

Rubens wandelgids
Het resultaat van je werk in je handen kunnen nemen, dat is prettig. Rubens en de wellust? Rubens en de naastenliefde? We zetten de hoofdzonden en deugden van de meester voor u op een rijtje, u leert ze kennen op een aangename wandeling door Antwerpen. Beschikbaar in het Nederlands, Frans, Engels en Duits. Een uitgave van de stad Antwerpen, Antwerpen Toerisme en Congres en BAI. (Tekst Zonden en Deugden: Leen Huet en Jan Grieten)

Madame Vigée

Mme Vigée-Lebrun, Duchesse de Polignac, Château de Versailles
Mme Vigée-Lebrun, Duchesse de Polignac, Château de Versailles

“Falling in love again” waren de woorden die door mijn hoofd flitsten bij het betreden van de zaal portretten in de Rubenstentoonstelling. Een ontroerende tekening van Watteau veroorzaakte dit gevoel en dit refrein, maar ik vind er geen afbeelding van, en iets dat zo delicaat is kan men het beste met eigen ogen gaan bekijken. Watteaus landgenote Mme Vigée-Lebrun liet zich inspireren door Rubens’ Chapeau de paille en leverde dit meesterwerk af. De bloemen op de hoed alleen al! En intussen worden de zomerse chapeaux de paille overal opgeborgen voor een jaar.

Lezen in vroeg herfstlicht

Oogst
Oogst

Lezeres Katleen De Vylder maakte een mooie foto. Dank!

“Steen, 17 augustus 1638
Let toch goed op, wanneer u vertrekt, dat alles goed afgesloten is en dat er geen originelen of enkele schetsen boven in het atelier blijven staan. Herinner ook Willem, de hovenier, eraan dat hij ons te zijner tijd de rosile peerkens en de vijgen opstuurt als er zijn, of iets anders treffelijks uit de tuin.” (Rubens aan Lucas Fayd’herbe, die op het huis aan de Wapper paste.)

Rubens in NRC

Nieuwe uitgave
Nieuwe uitgave

Op 4 januari 1619 schreef Rubens aan Pieter Van Veen in Den Haag.

“… Maar nu heb ik uw raad nodig en zou ik informatie wensen over de stappen die ik moet zetten om een privilegie te verkrijgen van de Raad der Verenigde Provinciën, teneinde enkele kopergravures te kunnen uitgeven die in mijn huis gesneden zijn, zodat ze niet gekopieerd zullen worden in uw streken.”

Het privilege (copyright) verkrijgen in Den Haag lukte hem toen niet, maar de belangstelling voor zijn werk en brieven bleef in Nederland gelukkig wel leven. Vandaar:

http://www.nrc.nl/boeken/2014/06/24/de-voorproef-rubens-goethe-en-kate-figes/

 

Rubens, Brieven

Nieuwe uitgave
Nieuwe uitgave

In een portret draait het om de blik.
En op een schutblad treft men graag een verrassing aan. De handtekening van de meester, bijvoorbeeld. En zijn vloeiende geschrift. Antwerpen den 25 July 1637.

Ick ben geaffectionneerdt voor de stadt Ceulen, om dat ick aldaer ben opgevoedt tot het thienste iaer mijns levens, en hebbe dickwils verlanght naer soo langen tijdt de selve nogh eens te besightigen.

Rubens4
P.P. Rubens, Brief aan G. Geldorp, 25 juli 1637 (Copyright Rubenshuis, Antwerpen)

Wegwijzer

Rubens3
Sint-Janskerk, Mechelen

Today, around 250 letters written by Rubens are still preserved. These letters represent only a fraction of his output. We know for example that he corresponded with Velázquez, and with the most powerful military figure behind the Archdukes, marquess Ambrogio Spinola. None of those letters remain. It is tempting to imagine: Rubens and Velázquez, arguably the greatest painters of their age, digressing on the subject of their art, their dolcissima professione as Rubens called it. Unearthing letters from that lost correspondence would be like finding letters exchanged between Jan Van Eyck and Rogier Van der Weyden. The letters that went back and forth between Rubens and Ambrogio Spinola must have contained many a pithy political maxim; very novelesque, yet real, cloak and dagger scenes. ‘Thus I could provide an historian with much material, and the pure truth of the case, very different from that which is generally believed.’ (Rubens, letter to Nicolas-Claude Fabri de Peiresc, december 18, 1634). (L. Huet, Sprezzatura and sparkly eyes: Rubens’ feelings in pigment and ink. Or, How it strikes a novelist, tekst uitgesproken op het Symposium Facts & Feelings, december 2012, KULeuven.)