
Op 4 januari 1619 schreef Rubens aan Pieter Van Veen in Den Haag.
“… Maar nu heb ik uw raad nodig en zou ik informatie wensen over de stappen die ik moet zetten om een privilegie te verkrijgen van de Raad der Verenigde Provinciën, teneinde enkele kopergravures te kunnen uitgeven die in mijn huis gesneden zijn, zodat ze niet gekopieerd zullen worden in uw streken.”
Het privilege (copyright) verkrijgen in Den Haag lukte hem toen niet, maar de belangstelling voor zijn werk en brieven bleef in Nederland gelukkig wel leven. Vandaar:
http://www.nrc.nl/boeken/2014/06/24/de-voorproef-rubens-goethe-en-kate-figes/
toch ook even melden dat deze nieuwe Rubens-uitgave ook prominent aanwezig bleek in boekenwinkels in Brussels en Antwerpen (bericht van reporter ter plaatse)
Flâneur als Kuifje! Dank je voor de verslaggeving ter plaatse, Flâneur.