Dierbare Pieter Bruegel de Oude

Bruegelwenen2

“Japanse toeristen schuiven om me heen en houden halt voor De toren van Babel. Een dandy in driedelig zomerkostuum vat post voor De stormachtige dag, een studente van een academie schildert uw Winterlandschap na. Ik zie haar graag nadenken, turen naar het origineel, voorzichtig een paar penseelstreken aanbrengen (haar pols rust dan op een schilderstok, net als de uwe vroeger). Ik zie haar graag achteruitstappen, neerzinken in de fluwelen sofa om alles weer van op afstand te bekijken. Is dat de beste manier om te kijken, het hele beeld opnieuw maken? Ik heb me dikwijls afgevraagd hoelang u aan een schilderij werkte. Van het eerste idee tot de laatste penseelstreek, dat kan jaren geduurd hebben. Het schilderen zelf: waarschijnlijk een paar maanden. Want elk onderdeel past ragfijn in het geheel. Alles staat op de juiste plaats. Vooraleer je een compositie zo hebt gewikt en geschikt….”

Ik schreef een liefdesbrief aan de Bruegels in Wenen, en aan hun maker uiteraard. Lees de volledige ontboezeming nu in Rekto:Verso.

Onnozele kinderen

800px-pieter_bruegel_the_elder_-_massacre_of_the_innocents_-_google_art_project
P.Bruegel, De kindermoord te Bethlehem, Royal Collection, Hampton Court Palace, Londen

In 1891 publiceerde de Brusselse schrijver Eugène Demolder Contes d’Yperdamme, Vertelsels uit Yperdamme. Een misschien wel ten onrechte vergeten wreed sprookjesboek, geïnspireerd door de schilderijen van Pieter Bruegel: onder meer door De kindermoord te Bethlehem. (Ten onrechte vergeten? Karel Van de Woestijne beschouwde Demolder als een van de belangrijkste Belgische schrijvers van de negentiende eeuw.) In Bruegel. De biografie vertaalde ik een paar fragmenten:

En het kwaad geschiedt. ”Maar reeds is de slachting begonnen in Yperdamme. De rode gieren storten zich met ijzeren klauwen van zwaarden en lansen in de nesten vol zingend feest. Weldra stroomt overal het bloed van cherubijnen.” Yperdamme blijft achter als een nest waaruit een gier de jonge vogels heeft geroofd. Vanuit de hemel kijken de zielen van de vermoorde kinderen uit over de wereld. “De sneeuw glinstert in het oneindige over de werelden, en de Heilige Familie vlucht daarginds langs de winterse dorpen. Ze steekt de bevroren kanalen over en doorkruist vlakten waartegen afsteken populieren van ijs. De Heilige Maria draagt het Aanbiddelijke Kind in haar armen, maar ze verbergt hem onder haar ruime mantel opdat hij niet zou rillen in de bittere koude. Zij rijdt op een ezel, en Sint Jozef gaat voorop, met een zaag over zijn schouder, een zak vol werktuigen in zijn hand. De dorpen keren zich in, de maan rijst al tussen de wilgen, een wonderbaarlijke lantaarn opgehangen aan de avondhemel voor de goddelijke vlucht.“