Michelangelo in Firenze aan Tommaso Cavalieri in Rome, 28 juli 1533.
Messer Tommaso, mijn dierbare heer, ofschoon ik uw laatste brief niet beantwoordde, geloof ik toch niet dat u denkt dat ik u ben vergeten of dat ik het voedsel kan vergeten waarvan ik leef, en dat is niets anders dan uw naam. Maar ondanks het feit dat ik erg zelfingenomen spreek en in grote mate uw mindere ben, geloof ik niet dat iets onze vriendschap in de weg kan staan.
Een ontroerend kattebelletje van Michelangelo aan de vriend die hem dertig jaar later aan zijn sterfbed nog zou bezoeken. In de nieuwe bloemlezing en vertaling van Patrick Lateur, gisteren voorgesteld in het mooie stadhuis van Aalst.