Het blijft gek om te ervaren hoe een gedicht van iemand uit de vierde eeuw je aanspreekt, ja zelfs opbeurt. Maar dat is natuurlijk het wonder van het lezen.
Giet weldadige genade
van een windstil leven uit,
dat noch gebrek mijn huis bereikt
noch de rampspoed van de overvloed.
Houd mijn lichaam vrij van ziekten,
van de chaos van de passies,
houd mijn leven vrij van zorgen
die een last zijn voor het brein,
dat geen zware aardse blindheid
de opvlucht van mijn denken fnuikt.
“De rampspoed van de overvloed”: niet echt een begrip dat je in neoliberale tijden vaak tegenkomt.
Vijfde hymne, in Synesios van Kyrene, Dans die het heelal omkranst, vertaald en toegelicht door P. Gerbrandy, 2016 (Monobiblos, 3), p. 71-72.
Oude taal is leuk ja.
Zeker.