
Een bezoek aan het archief leverde op de valreep nog een puzzelstukje op. En bij de wandeling over de Vrijheid achteraf zag ik plotseling florale beeldhouwwerken, creaties van het festival ‘Hoogstraten in groenten en bloemen’.

De laatste zetproef is nagekeken. Een punt toevoegen, een spatie verwijderen, tevreden vaststellen dat de redactrice de bibliografie grondig heeft bestudeerd en bij elk boek de naam van de uitgeverij heeft toegevoegd. Zelf ook nog de Bergense uitgevers Marguillier & Lamir opduikelen uit een ver verleden.
Weldra wordt het papieren scheepje dan te water gelaten.

Al doende vind je een kookboekje terug, geschreven door je oudtante en begonnen op de huishoudschool in november 1919. Spijskaart voor 12 personen. Witte koolsoep – Oorlogsfricadellen – Gestoofde peeën – Madeleines. ‘Verzorgd!’, noteerde de lerares erbij, en dat lijkt me wel het minste wat je kunt zeggen.
De eerste wereldoorlog was nog maar een jaar voorbij en oorlogsfricadellen bestonden dus niet uit vlees, maar uit een mengeling van bonen, rijst en bouillon. Ik houd het boekje zorgvuldig bij, hopend dat die oorlogsrecepten niet opnieuw van pas gaan komen.
En ik blader in een fotoalbum terug naar de foto van de oudtante als jong meisje, foto die me als kind al aansprak.
