“In een afgelegen café aan de grens komen jonge mensen samen en vertellen elkaar verhalen. Ze praten en luisteren, dansen en drinken tijdens de gouden jaren zestig van de twintigste eeuw. In zeven hoofdstukken met telkens zeven verhalen jongleren ze met vreemde, glanzende anekdotes, en de schrijfster jongleert met hen. Hoe subtiel zijn ze verbonden met elkaar en met het omringende landschap? Popsongs en oeroude kinderliedjes, archeologische vondsten, schelmenstreken, utopieën, exotische souvenirs en zelfs heldendaden blijken hun eigen rol te spelen in deze schijnbaar vertrouwde omgeving.”
“Hoe moet ik uitleggen: dat ik, wanneer ik door dit landschap wandel, voortdurend mensen zie, mensen die hier ergens waren en iets deden of iets zeiden en die nu allang zand van dit zand zijn geworden. Dat alleen op deze plaats voor mij de bladeren en de naalden van de bomen eigenlijk woorden zijn, kruinen en daken van woorden? Een sportpiloot die een tochtje maakt in zijn Cessna denkt misschien onder zich een blok donker bos te zien, ergens tussen Weelde en Deurne, in werkelijkheid ziet hij golvende verhalen.”
Almanak is een panoramische roman als een schilderij van Bruegel, met verhalen en fonkelende details, en het landschap van de “kolonies” in het noorden van België als kader.
Fragment
Retz maakte portretten in rood krijt, olieverfschilderijen met diepblauw, donkerblauw, grijsblauw, keek naar zijn kinderen als naar insecten, wie weet waarvandaan gekomen. En met welk doel? Hij hield van anekdotes, zwierige verhalen in uiterst correct Nederlands. Hij hield van het getik van dobbelstenen op het groene vilt van de pietjesbak, de glans van kaarslicht in zwaar bier en de glazige blikken van zijn toehoorders. ‘In Zwitserland,’ doseerde hij, ‘kon ik natuurlijk logeren in het Gästehaus van mijn vrienden de Fischers. Voor de inspiratie moet men af en toe andere oorden opzoeken. Die keer, toen iemand mijn vrouw eindelijk verteld had waar ik naartoe gereisd was, stuurde ze mij een telegram. Retz stop vergeet niet dat u getrouwd bent stop. Ik antwoordde: Else stop Te laat stop ben al aan ’t vrijen stop.’
Pers
“Lekkere verwilderde verhalen. Mooi geschreven. […] Dit deint en klinkt en zingt. […] Die Huet kan schrijven! […] Ze schrijft schitterend, detaillerend tot op het precieuze, schrijven is voor haar het maken van een ontdekkingsreis. Ze schrijft frivool en vrolijk, wanneer zij het zegt, is het mooi en waar en altijd om te glimlachen. […] Kan daar verdomme nu niet alsnog met terugwerkende kracht de Librisprijs aan worden toegekend? Jury’s, er zijn grenzen aan mijn geduld, ik kan niet aan het waarschuwen blijven!” Kees ’t Hart in De Groene Amsterdammer, 18/11/05
“Almanak is een Bruegeliaans landschap, dat je pas aan het eind in zijn geheel kunt overzien. […] Het is een romantisch boek over strijdbare mensen, een reeks harde verhalen met een blanke pit. Een aanwinst.” Mark Cloostermans in De Standaard, 28/10/2005
“Huet zet dus hoog in met deze Almanak. Maar ze valt op geen enkel moment van het koord. […] Huet is een esthete die schrijft met hersens. Haar collectie miniaturen is allesbehalve een traditionele roman, maar ze schuwt niet om de rode draad van haar verhaal in fonkelende zinnen te verpakken.” Frank Hellemans in Knack, 45, jg. 35, 2005
“De beknopte verhalen zijn van allerlei aard […] en met veel zorg verzonnen en genoteerd. […] Dit is een zeer stijlvol boek.” Bert Bultinck in De Morgen, 15/11/2005
Leen Huet, Almanak, Atlas, Amsterdam-Antwerpen, 2005