Huisarcheologie

Al doende vind je een kookboekje terug, geschreven door je oudtante en begonnen op de huishoudschool in november 1919. Spijskaart voor 12 personen. Witte koolsoep – Oorlogsfricadellen – Gestoofde peeën – Madeleines. ‘Verzorgd!’, noteerde de lerares erbij, en dat lijkt me wel het minste wat je kunt zeggen.

De eerste wereldoorlog was nog maar een jaar voorbij en oorlogsfricadellen bestonden dus niet uit vlees, maar uit een mengeling van bonen, rijst en bouillon. Ik houd het boekje zorgvuldig bij, hopend dat die oorlogsrecepten niet opnieuw van pas gaan komen.

En ik blader in een fotoalbum terug naar de foto van de oudtante als jong meisje, foto die me als kind al aansprak.

4 gedachtes over “Huisarcheologie

  1. Beste Leen, Hoe aandoenlijk is dat kookschriftje uit de oude tijd!

    Op de “ oude markt” in Gent kocht ik soms oude leerboeken huishoudkunde of over goede manieren, waaruit ik soms voorlas in mijn klas. Altijd succes! In zo’n handboek huishoudkunde 1925, geschreven door een landbouwhuishoidkundige regentes van den staat staat in het voorwoord: ‘De vrouw bouwt het huis, of slaat het tot gruis.’ “In het belang der familie, der maatschappij, des vaderlands, is de huiselijke opleiding volstrekt noodzakelijk aan alle jonge dochters”

    En dan volgen recepten van hoenen, poten en oren of kalfskoppen die 3 á 4 u moeten koken. En electrisch licht is af te keuren is omdat het veel te duur is.

    Met vriendelijke groeten, ook aan Marie Paule, collega landbouwhuishoudkundige regentes van den staat, Vera

    Verstuurd vanaf mijn iPad

    >

Plaats een reactie