Martial en McKinley

William McKinley als rechtenstudent in Albany (McKinley Presidential Library and Museum)

De lichte commotie om Mount McKinley amuseert me. Ik kwam de naam van de vijfentwintigste president van de Verenigde Staten al eerder tegen, tijdens mijn onderzoek naar Martial Van Schelle. Martials ouders, Albert Van Schelle en Annie Fowler, ontmoetten de president in het Witte Huis op 25 november 1898. Zij waren toen anderhalve maand gehuwd en Annie was zwanger. Zodat de hoofdpersoon van mijn biografie, Martial, op discrete wijze al bij deze bijeenkomst aanwezig was…

Goed fout

Het Bonnefantenmuseum in Maastricht opent dit weekeinde wijd zijn deuren om de zeven hoofdzonden binnen te laten. Zo kunnen we nagaan of we ze wel allemaal beoefend hebben. Bruegel en andere grote meesters helpen bij dat onderzoek. Het gevaarlijkst waren, zijn en blijven uiteraard de hoofdzonden die zich listig vermommen als deugden.

Richard en Josephine

Wel, dat is lang geleden. Als tiener ontleende ik een oude editie van dit boek in de bibliotheek en las het met plezier. Nu kreeg de bekende historische detectiveroman van Josephine Tey een nieuw jasje en herlees ik met plezier hoe inspecteur Grant vanop zijn ziekenhuisbed Richard III Plantagenet (1452-1485) in ere probeert te herstellen. Richard III, wiens stoffelijke overschot nog niet zo lang geleden herontdekt werd onder het beton van een parkeerplaats.

Al doende formuleren de inspecteur en zijn vrienden een paar interessante methodologische beschouwingen. Historici die de gedachten van hun hoofdpersonen op een rijtje aan de lezer presenteren of hen woorden in de mond leggen kunnen niet op hun waardering rekenen.

“Geef mij maar research. Tenslotte vind je de waarheid nooit in het verslag van een waarnemer. De waarheid vind je in kleine eigentijdse feiten, een advertentie in een krant. De verkoop van een huis. De prijs van een ring… De echte geschiedenis wordt geschreven in vormen die niet als geschiedenis [geschiedschrijving?] bedoeld zijn. In afrekeningen voor de koninklijke garderobe, in de civiele lijsten, in persoonlijke brieven, in de boekhouding van landgoederen.”

Het geeft te denken.

Merovingisch

“Armoede, een van de drie traditionele kloosterlijke deugden, was geen aanbeveling voor een Merovingische heilige. Onze teksten onthullen de patronen van vrouwelijke macht in een tijdperk waarin sociale klasse dikwijls gender overtroefde in de verdeling van sociaal en politiek gezag.” Kortom, terwijl Merovingische edelmannen rijkdommen uitdeelden aan hun volgelingen, deelden hun moeders en zusters rijkdommen uit aan de armen. Herverdeling in de praktijk! Ik zal komende zondag met veel plezier spreken over de H. Gertrudis, Merovingische heilige par excellence, al eeuwenlang aanwezig op het domein van het Kasteel van Gaasbeek – onder andere in de gedaante van dit mooie schilderij door Gerard Seghers.

Sainted Women of the Dark Ages, edited and translated by JoAnn Mcnamara and John E. Halborg, with E. Gordon Whatley, Duke University press, Durham & London, 1992, p. 7.

Hybriden

Zondag vindt in Cultuurhuis de Warande de Artist Talk plaats van de prachtige expo Hybriden. Curator Tom Liekens en kunstenaars Imge Özbilge, Charles Degeyter en Warre Mulder vertellen over hun werk en hun liefde voor fabelwezens. We bespreken het parcours van de tentoonstelling en de publicatie die eraan gewijd is. Hartelijk welkom om 11 uur!

Venetiaans schetsboek

Soms haal ik het Venetiaanse schetsboek van Rolf Gérard uit de kast en verheug me in zijn snelle krabbels. Dan hervind ik het kinderlijk plezier om in een boek naar prentjes te kijken, helemaal geconcentreerd.

(Rolf Gérard, Esquisses vénitiennes, 1974)

Souvenir russe

De Russische krijgsgevangenen in Wortel-Kolonie lieten tastbare tekens achter in de levens van omwonenden. Ik kreeg deze ring van een dame, wier moeder, Theresia Voet, als klein meisje in Wortel het sieraad ontving van een Russische krijgsgevangene. De Rus had deze ring zelf gemaakt. Theresia heeft de ring haar hele leven zorgvuldig bijgehouden, met de zorg en aandacht die mensen vroeger besteedden aan hun eigen verleden. Meer weet ik niet. Maar ik vind het mooi: een ster, een hart, de maan.

Russen te Wortel

Op 19 februari 1966 hield mijn grootvader een vriendschappelijke toespraak voor zijn collega’s, waarin hij herinneringen ophaalde aan zijn kindertijd in Wortel-Kolonie. Een zin daaruit heeft me altijd geïntrigeerd: “We hebben Wortel gekend met zijn overgrote, veel te grote bevolking [van gevangenen/landlopers] die op een bepaald moment ver de duizend overtrof; Wortel met zijn Franse vluchtelingen tijdens de eerste wereldoorlog; Wortel met zijn duizend Russische krijgsgevangenen in 1919 en van wien we als bengels Russisch leerden spreken en het beter kenden dan onze catechismus (du njeto panimay ruski, raboto njeto karacho enz…).”

Welnu, hier zijn ze, de Russische krijgsgevangenen in Wortel-Kolonie, vastgelegd door een filmploegje van het Belgische leger. De beelden zijn niet scherp, maar ze lachen en poseren. Ik vraag me af wat er van hen geworden is toen ze terug naar huis moesten keren. Ginds wachtten Lenin en, erger nog, de gangster Stalin.

Het volledige filmpje is te bekijken via Europeana: https://www.europeana.eu/nl/item/08623/8716