Brief uit Brugge

De dood van Jeanne d'Arc ('Vigiles', Martial d'Auvergne, 1484)

Uit de brief van een Venetiaanse handelaar in Brugge, 22 juni 1431, opgenomen in de Kroniek Morosini:

“De nobele jonkvrouw werd in Rouen bewaakt in een zeer strikte gevangenis; men zegt dat de Engelsen haar twee of drie keer hebben willen verbranden als ketter, ware daar niet Mijnheer de Dauphin van Frankrijk, die grote dreigementen aan de Engelsen heeft gezonden; maar desondanks hebben de Engelsen haar de derde keer, met behulp van enkele Fransen, levend laten verbranden op de markt van Rouen. Voor haar marteldood was zij berouwvol en zeer vroom gestemd; men zegt dat haar toen Mevrouw de heilige Catharina, maagd, verschenen is, die haar troostte, zeggend: ‘Dochter van God, houd vol in je geloof, daarmee zal je worden opgenomen in het getal van de maagden in het Paradijs in de glorie.’ En daarna stierf zij ingetogen. Om welke reden Mijnheer de Dauphin, Koning van Frankrijk, diepe rouw droeg, en aankondigde een vreselijke wraak op de Engelsen te zullen nemen… Men beweert dat de successen van de Fransen de marteldood van de Pucelle hebben veroorzaakt, dat de Engelsen zegden: ‘Is de jonkvrouw eenmaal dood, dan zal niets de Dauphin nog lukken.’ God geve dat het niet zo zal zijn!”

Ik gebruikte de eerste Franse vertaling, gepubliceerd door Leopold Delisle in het Journal des Savants in 1895, bij de herontdekking van het manuscript. De originele Venetiaanse tekst, met nieuwe Franse vertaling, vindt u hier.

Een gedachte over “Brief uit Brugge

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s