Pieter Bruegel kijkt naar Jeroen Bosch

H. Bosch, Verzoeking van Sint-Antonius, Lissabon

“Van Bosch bezat Mandijn eene verzoeking van den heiligen Antonius, heremiet : niet om vreugde, gevoelde Pieter wel, stond daar, wit van haar peerlemoeren lichaam, wit-stralend in een gloeiënde duisternis, de uitdagende Proserpina ter uiterste temptatie : schrik van nachten die woelen in de gevreesde geneuchten der zinnelijkheid. – En dat ander paneel dat Pieter te zien kreeg : het slepen van Jezus naar het Oord der Schande : meewarigheid van den schoonen bleeken kop van Christus, tusschen de groene, doods-grijze, fel-kleurige tronies van het smoelig rakalje met de brokkeltanden; gezichten van afschuw die gillen om eigen vrees te overschreeuwen, en wier brutaal-verwoede oogen zeggen hun machteloozen haat voor ’t goddelijke dat ze voelen, en dat klopt in hunne borst als een ongewenschte hamer; – o marteling van ongeloof dat zich klampt aan dit afbeeldsel van eigen verachting als aan den reddenden spiegel…

Pieter was toen in zijn vier-en-twintigste jaar.”

“Smoelig rakalje”! Op Karel Van de Woestyne kan de taalliefhebber toch altijd rekenen.

K. Van de Woestyne, Pieter Brueghel, De Eik, Antwerpen, 1944 (eerste uitgave 1914).

2 gedachtes over “Pieter Bruegel kijkt naar Jeroen Bosch

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s