
“De hemel besloot tot zijn eigen beeldenstorm. Ze hagelden neer, de beeldjes met hun blauwe jurken, hun zwarte gezichten, en bleven hangen tussen de takken van lindebomen en in oude eiken. Ze vielen neer in akkers om te wachten op spelende kinderen, in greppels om verdwaalde reizigers bij te staan. Ze beschermden tegen struikrovers, ze genazen zieken, ze verzamelden zilveren dankbrieven en een garderobe van brokaat en parels – maar als de armen gewoon boter en eieren brachten, was het ook goed.
Frater Waltman, pastor en persona van alles waar zijn blik nabij en ver weg op kon rusten – de grote salon, de Bloemenkamer, waar zijn slapende voorganger wegzakte in zijn roodleren stoel, de snoekengracht, het speelhuisje boven het water, de boomgaard, de hoeve die in zijn tafelgenoegens voorzag, de velden en beemden die toebehoorden aan zijn abdij, de kerktoren waarin hij de nieuwe klok had laten hangen – overdacht dit vreemde manna van heiligheid. De oorlog had zijn dorp bijna verwoest, en de meeste andere dorpen in zijn omgeving. Pas de laatste jaren heerste er weer rust. Hij wist dat die niet zou duren. Hij was opgegroeid met het geweld.”
Morgen: lezing over Nicolaas Rockox voor de Erfgoedkring Hoogstraten. Aangezien Rockox Antoon Van Dyck protegeerde, en Antoon Van Dycks jongste broer pastoor was in de Hoogstratense deelgemeente Minderhout, zal ik toch een paar mooie banden kunnen strikken tussen de Antwerpse burgemeester en de Noorderkempen. Waltman Van Dyck O.P. restaureerde zijn parochiekerk na de Tachtigjarige Oorlog en liet in het jubeljaar 1650 ook een barok kapelletje op den akker bouwen, dat er mooier dan ooit bijstaat. Het archiefonderzoek naar Waltmans bouwcampagnes inspireerde me in 2001 tot een verhaal voor De Kunstkamer, waaruit ik morgenavond wellicht een stukje zal voorlezen.
16 december, 20 u, Zaal Sint-Cecilia, Gelmelstraat Hoogstraten. (Foto Beeldbank Hoogstraten)
Mooi!
Dank je! Waltman heeft ook een tijdje samen met zijn broer Antoon aan het Engelse hof verbleven, als kapelaan van Koningin Henrietta Maria …