
Een ongewone ervaring: mensen herkennen die je al dertig jaar niet meer hebt gezien, of merken dat zij jou herkennen. Zo diep zitten de gezichten van onze eerste jaren in ons geheugen geprent. De uitdrukkingen die de schoolfotograaf tientallen jaren geleden vastlegde, ze bestaan nog altijd. Samen met anderen kind zijn geweest, dat betekent: lid zijn van een geheim genootschap.
Een verslagje op lokale tv.
Dat is zo. Het is onwaarschijnlijk, maar mensen met wie je op de lagere school zat, kun je onmiddellijk herkennen. Ze veranderen ook niet echt. Een vreemde ervaring.
Een mooie zaal trouwens
Dat is de oude kapel van de kolonie, mooie architectuur met staal en glas van Victor Besme, als ik me niet vergis (hij werkte ook vaak voor Leopold II). Mijn klasgenootjes en ik deden hier onze eerste communie :-). Het gebouw is nu profaan en wordt binnenkort gelukkig gerestaureerd -waarbij die vreselijke muur tussen de bogen van het koor eindelijk zal worden afgebroken. In de kelders bevindt zich het gevangenismuseum, gerund door vrijwilligers vol inzet.
Enkele jaren geleden moest ik vaak in de gevangenis van Merksplas zijn, een rit door een verlaten streek, tussen dreven en lege velden (of moerassen ?). Dergelijke verlatenheid had ik nooit, en heb ik sindsdien niet meer in Vlaanderen meegemaakt, ook niet bv. in de Westhoek waar mijn familie vandaan is.
Was de impact van een dergelijk groot instituut met vanzelfsprekend nationale reikwijdte, en agressief van karakter, niet geweldig groot op een toch wel kleine rurale gemeenschap, zeker voor de “modernisering” van Vlaanderen in de jaren 1970? Er werd toch niet naast elkaar geleefd, als u en de andere kinderen uw Communie konden doen in de kapel van de Kolonie (weliswaar niet de gevangenis, maar toch ook geen vanzelfsprekend element in een dorp)?
De kolonie was een beetje een gesloten wereld, al liepen er ook kinderen school die gewoon in de omgeving woonden, wier ouders dus niet in de gevangenis werkten. Als kind bracht ik ook veel tijd door in Wortel-Kolonie, voorbehouden aan de landlopers, een soort landelijk seizoensinternaat voor richtingloze oude mannen – toen een idyllische plek, nu een lelijk omheinde gevangenis voor zwaarder gestraften. De kolonies zijn ontsproten aan 19de-eeuwse ideeën over armoedebestrijding en nationale infrastructuur en uiteindelijk aan de opvattingen van de fysiologen. Het mentale klimaat is totaal veranderd, daarom is het moeilijk om uit te leggen waarom deze omgeving, als gevrijwaard landschap, ook idyllische kanten kende, tenzij voor mensen die alles eens met eigen ogen komen bekijken. Velen juichten indertijd de afschaffing toe van de wet op de landloperij, maar wanneer ik nu de oude klanten van Wortel op de Groenplaats zie zitten drinken, zonder dat er ergens systematisch andere opvang voor hen voorzien werd, dan meen ik dat er ook nuances kunnen worden aangebracht. Enfin, ik heb er Almanak over geschreven (en daarin komt Karl Marx, helemaal anti-fysioloog, eens vanuit Brussel een kijkje nemen in het woeste heidelandschap :-))
Heel interessant. Ik ken er te weinig van om de afschaffing toe te juichen, maar ik kan uw gevoel delen : er is niet veel in de plaats gekomen. Mijn persoonlijke indruk, maar die is puur persoonlijk, en waarschijnlijk ook gekleurd door het gevangenisbezoek, was dat de omgeving niet idyllisch was maar beklemmend. Ik ben ook niet aan bossen gewoon.
Ik kan me plaatsen voorstellen waar het inderdaad beklemmend is, zeker op een winter- of herfstdag, bijvoorbeeld bij de oude begraafplaats van Merksplas-Kolonie – lange rechte dreven door de bossen, en dan plotseling een dodenakker. De sfeer heeft meerdere schrijvers aangegrepen, onder wie ook Georges Eekhoud.