
Toch wel verrassend voor een jonge lezer in de jaren 1970: de afstandelijke rode ridder beleefde plotseling een heuse romance. Het verwaande boerinnetje Veerle van de Reigershoeve, de al wat chiquere Yolande van Kendall, ze vielen in het niet bij de tragische, zwoele Astra van de watermolen, in album 52. Johans hart klopte sneller, hij sprak liefdesverklaringen, er werd langdurig gekust! Ik kon mijn ogen amper geloven. Maar deze liefde leidde tot niets, want wie wilde zich de rode ridder met een vrouw ten laste voorstellen? Als landjonker in een burchtje, met alras een schare kleuters aan zijn voeten? Het trauma zou genezen, de rust keerde weer.
Dacht ik. Tot ik het beroemde album 58 las, De Toverspiegel. Daarin redt Johan de fee Galaxa uit de klauwen van de draak Gorgontar. Het omslag loog niet: Galaxa was een licht ontvlambare mengeling van Brigitte Bardot, Sofia Loren, Ursula Andress, Raquel Welch en Claudia Cardinale. Die ogen, die lippen, dat zandloperfiguur, dat big hair! Ze maakte indruk op me, want ik probeerde haar na te tekenen en bestudeerde de manier waarop Karel Biddeloo haar ogen weergaf in profiel en haar sierlijke neusvleugels aflijnde. De trucs die ik daar leerde, bleven me bij.
Een nieuwe heldin voor de volgende Stripgids. Lees de rest in dat prachtblad.