Joost

hard001weer01ill01
Na een paar eeuwen is het wel duidelijk: vurige dichters overleven langer. En Justus de Harduwijn bezat een onnavolgbare soort argeloze vurigheid. Zo is het nu eenmaal: die heb je of die heb je niet. In 1613 publiceerde hij zijn jeugdzonde, het “Venus-gejanksel” waarvan slechts één exemplaar bewaard bleef. De wereldlijke liefde voor Roosemond. Hieruit sonnet VIII:
Waert dat de rechters my volcommen recht eens deden,
Ick hadd’ u ooghen schoon langh’ in t’ghedingh ghestelt ;
Om het claer onghelijck, overlast  en ghewelt,
Dat sy van dagh tot dagh my aen-doen sonder reden.
Want het is blijckelijck, dat sy my noynt in vreden
En hebben laeten zijn; maer eenpaerigh ghequelt
Met vier, waeter en windt: en in ste van vergheldt
Van mijnen trauwen dienst, met druck en anxst bestreden.
Ick sou noch boven dien, waert dat sulcx waere noot ,
Wel met Cupido self doen tuyghen , en de Doot,
Dat sy my hulpeloos wel meynden te  doen sterven.
Maer weet ghy wat ick vrees’? dat die twee ooghen schoon
Buyten al mijn ghelijck, mijn recht en mijn vertoon
Den Rechter mochten oock wel winnen en bederven!

2 gedachtes over “Joost

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s