Mijn vader kon de eenzaamheid van de aangewaaide haan niet langer aanzien en kocht een kip. “Nu maar hopen dat het liefde op het eerste gezicht is. Als ze maar niet denkt: Ja maar gij niet, hé vriend…” – “Ik denk dat kippen zoiets minder rap denken dan vrouwen,” opperde ik.
En inderdaad. Sinds kort eet ik alle dagen een eitje. Dankzij Jeanne, de elegante kip die zo heerlijk als een kip zonder kop kan rondhollen.