
Voor OKV ging ik de Colibranttriptiek van Lier bewonderen.
“De Sint-Gummaruskerk in Lier staat de hele zomer open voor het publiek en dat is maar goed ook. De kerk is namelijk zo mooi van architectuur en zo rijk aan kunstschatten dat een enkel bezoek bijlange na niet volstaat om alles in je op te nemen. Benijdenswaardig zijn ze, de Lierenaars die tijdens het flaneren altijd even kunnen aanlopen, om bijvoorbeeld nog eens te kijken naar het schilderij met de gasthuiszusters als de wijze maagden uit de parabel. Zo gelukkig als die vrouwen eruitzien! Of naar het opmerkelijke glasraam van Michel Martens uit 1958 met de leesbare boektitel: De zeven manieren van minne. Ja natuurlijk, denk je dan, het boekje van Beatrijs van Nazareth, die woonde hier gewoon in de buurt, achthonderd jaar geleden. Beatrijs, de psychologe die de gelukkige mens treffend vergeleek met een huisvrouw “die haar huis goed heeft geleid, wijs bestuurd, mooi geregeld, met vooruitziend oog beschermd en verstandig behoed; en die met overleg werkt.”
Lees de rest van het avontuur in het septembernummer van Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen.
De Kempen zijn gezegend met verschillende bijzondere kerkinterieurs, denken we maar aan het gotisch doksaal in de voornoemde Lierse kerk, maar ook de hoofdkerken van Turnhout en Herentals hebben een erg rijke collectie aan schilderijen in situ. Ik kijk mijn ogen regelmatig uit 🙂
Herentals zag ik vorige zomer, schitterende kerk en collectie. En van de week struinde ik toevallig de Sint-Valentinuskerk van Poppel in, ook zeer de moeite waard.