Quarantaine: een goede gelegenheid om door de storm afgewaaide takken op te ruimen in mijn ouders tuin. Al doende stuitte ik op een tak met een vreemde versiering: twee beursjes in een fraaie kleur. Geen idee wat het is, maar het zag eruit alsof het met vruchtbaarheid te maken had en nieuw leven bevatte.
Een fazantenhaan wandelde haast tot bij de voordeur. “Fazanten zijn niet slim,” overwoog ik. “Nee,” zei mijn vader, “fazanten zijn niet bang.”
We praatten ook over ziekenhuizen. “Daar kun je soms moed scheppen,” zei mijn moeder. Dat had zij er in elk geval gedaan. “Ik ben er toch door gesparteld.”
Zo mooi! Foto’s én tekst!
Dank u!
Christine
Dank je wel Christine. Ik las vorige week een mooi gedicht van uw vader. En hoop de quarantaine ook door te komen met zijn verzamelde gedichten.
Gele trilzwam waarschijnlijk. Tremella mesenterica. Vrij algemeen. Mooie foto. De naam heeft ook iets poëtische, zowel in het Nederlands als in het Latijn.
Ja, dat is zo. Dank je voor de informatie!
Het zal niet meer gebeuren, maar als het -5°C vriest verandert die gele trilzwam in “de baard van Koning Winter’.: het water in de paddenstoel (zwam) wordt eruitgeperst en bevriest en vormt een mooi schouwspel van haren van ijs.(ijshaar)
Dat moet prachtig zijn! De zwam was inderdaad wat glanzend-vochtig.
Dag Leen, ik vind de dubbele negatie over de fazant intrigerend.
Bedoelde je vader volgens jou: “de fazant is inderdaad niet slim, want hij is niet bang”, of “de fazant is wel slim, hij is niet bang”, of “de fazant is slim noch dom, hij is niet bang”?
Groeten uit een stil Brussel.
Ha, ik denk dat hij bedoelde: wie zogenaamd slim is, is dikwijls bang. En niet bang zijn is doorgaans veel beter. Ik begreep: de fazant is echt slim, want hij is niet bang. En terecht, want als hij nog dichterbij komt, geven we hem met plezier graankorrels, graankorrels met anijs zelfs, het lievelingskostje van fazanten. Alles voor het plezier om hem vanuit de keuken te kunnen zien. De fazant schreed ook rond als een parmantig heertje met een witte kraag, aristocratisch nonchalant. ‘Het loopt wel los’… Maar tot bij het terras en de keuken is hij nog niet geraakt.
Ik begrijp ik elk geval de fazant. Hij is slim geweest de gepaste afstand te bewaren. Niet te dicht bij de keuken. Graankorrels met anijs te eten geven, hoe goedbedoeld ook, klinkt alsof je hem al aan het farceren bent om in september in de pot te doen. Die slimme fazant zal wel wat verder wilde venkel gaan zoeken als hij anijs wil. En zijn bezoek aan de keuken zo lang mogelijk uitstellen.
Nee, zo werkt het niet; we willen hem slechts bewonderen door de ramen en op gepaste afstand zijn schoonheid en zijn vrijheid gadeslaan…. Hij brengt vreugde, dat is het.