Natuurboeken zijn zo kalmerend als lindenbloesemthee.
Vroeger had mijn vader een tamme kauw, Jan geheten. Jan vertoefde dikwijls om en rond een versleten Volkswagentje, dat in de tuin was beland.
Rond mijn ouders huidige woning cirkelen voortdurend kauwen. Gisteren zag ik er een neerstrijken op het hoogste takje van een verwilderde haagbeuk, pal tegen de oostenwind in. En daar zat hij, onverstoorbaar als het boegbeeld van een schip in de storm.
Crow Country van Mark Cocker belooft over kauwen te gaan, maar is toch vooral gewijd aan de roekenkolonies (-parochies, noem je dat blijkbaar in het Engels) nabij Buckenham Carr in Norfolk. Roeken en kauwen trekken daar samen op, maar hier zie ik voorlopig alleen kauwen. Wat me eraan herinnert dat mijn vader een paar jaar geleden nog uitreed om een zeldzame roekenkolonie te zien, in de buurt van de abdij van Postel, als ik het wel heb.
In elk geval leer ik dankzij dit boek de roek kennen als een opvallende, intelligente vogel met een koddig uiterlijk – die enorme bek, die kniebroek van veren. En aan het einde van een hoofdstuk raakt Cocker plotseling een gevoelige snaar. “In de vallei van de Yare kregen vele dingen die ik lang over het hoofd had gezien of niet waardeerde een nieuwe kracht en betekenis. Dat leidde tot een vreemde en vruchtbare paradox. Ik was thuisgekomen op een plaats waar alles volkomen nieuw leek.”
Inspirende beschouwing. Pal tegen de oostenwind zitten kan inderdaad een slimme zet zijn. Je voelt er dingen die al te schuwe vogels nooit zullen voelen.
En je wordt er sterk van zonder te hoeven bewegen.
Tot kauw!
Ja, je wordt er sterk van zonder te hoeven bewegen, zwiepend en vasthoudend op de tak. Tot kauw!
Mooie tekst over een boeiend thema.
Er is een Facebook-groep ‘The Official Crow, Raven & Other Corvids Fan Page’ waar de fans van alle soorten kraaiachtigen hun foto’s, beschouwingen en commentaar posten.
Wat ik altijd al intrigerend vond: in ons Brabants dialect kennen we wel een woord voor de kraai en de ekster maar niet voor de kauw. Kauwen zagen we ook nooit. Misschien door de nabijheid van het Zoniënwoud? Nu zie ik zowat overal kauwen.
Ha, de kraaiachtigen! Ik heb net geleerd dat Bruegels ekster en de gevreesde gaai er ook toe behoren. Kauwen floreren, dat is waar. Hier rond het huis lijken ze soms te repeteren voor een remake van The Birds.
Ooit gehoord van Achilles Cools? Hij leeft tussen de kauwen, spreekt hun taal, schildert ze en heeft er een boekje over geschreven. https://www.achillescools.be/Kauwen%20in%20de%20spiegel.html
Ja, ik heb een van zijn boeken, maar dat is achtergebleven in Leuven. Het staat nu op de dringende leeslijst.