
“Ik keek rondom mij en zag dat er veel te schilderen was.” Die zin uit de memoires van Gustave Van de Woestyne heb ik altijd onthouden. Veel meer woorden maakt hij in zijn autobiografie niet vuil aan het uiteenzetten van zijn kunstzinnige ideeën.
Jaren geleden vond ik in een antiquariaat de lelijke, slordige uitgave uit 1979 van Van de Woestynes memoires: toch een kostbaar boek, door de schijnbaar naïeve, meeslepende herinneringen van de meester aan zijn broer Karel, de dichter, en aan de kunstenaarskolonie van Sint-Martens-Latem. Dat werd dan een hoofdstukje in Oud papier. Nu brengt het Davidsfonds tot mijn vreugde een nieuwe, verzorgde uitgave van het Memento op de markt, met een boeiende inleiding en nawoord, verklarende noten en een personenregister. En dus kunt u in alle rust genieten van dit juweeltje, dat de status van klassiek werk verdient. Misschien wenkt daarna een museum, om die fameuze schilderijen van Gustave eens aandachtig te gaan bekijken. Dat heeft bij mijn weten nog niemand zich beklaagd.
>
De gebroeders Van de Woestyne kruisten dit jaar in augustus mijn pad. Karel Van de Woestijne als straatnaam van een zijstraat waar ik 3 dagen vakantie nam in Sint-Idesbald. De schilderijen van Gustave in het museum van Buuren in Ukkel. Ik vind het interessant om hen ook als broers te bekijken. Ongetwijfeld zat in die broederband ook een soort positieve dynamiek die beide naar een hoger niveau in hun werk heeft geduwd! Groeten.
Ja, dat denk ik wel. En Karel was een vaderfiguur voor zijn jongere broer. Gustaves schilderijen bij Van Buuren vond en vind ik prachtig. Hartelijke groet.