
“Nu, terwijl Maigret zich aankleedde, hoorde hij Marie Tatin heen en weer lopen in de gelagzaal van de herberg, de kachel oppoken, met borden rinkelen, de koffiemolen draaien. […]
De commissaris ging naar beneden. De zaal werd verlicht met petroleumlampen. Zijn tafel stond gedekt in een hoek. Dik grijs brood. De geur van koffie met cichorei, van gloeiendhete melk.”
L’affaire Saint-Fiacre is het avontuur van commissaris Maigret dat ik maar niet kan vergeten. Een soort anti-Proust. De adel is kapot en de taal bestaat alleen nog maar uit korte zinnetjes. Of delen van zinnetjes. Maar de beschrijving van het ontbijt in het hotelletje van Marie Tatin maakt me blij. Weg met die thee! Sterke koffie, kokende melk. Die geur. Die volle, stevige smaak, dat gevoel verwend te zijn, door de warme melk.
Ik draai de radio uit en lees voort. Hoe heerlijk is het om de wereld van journalisten te verlaten voor de wereld van schrijvers.
Mevrouw,
Beste Leen,
Simenon is één van de schrijvers die me na aan het hart liggen. Destijds (in mijn studentenjaren aan de universiteit Gent) begon ik enkele Maigret -verhalen te lezen en was meteen ‘verkocht’. Simenon is een bijzonder sterk sfeerschepper, en ook zijn milde kijk op de mens, ook al is hij/zij tot crimineel gedrag gekomen, heeft mij geraakt. Ik zijn psychologische romans zoals bijvoorbeeld : ‘Brief aan mijn rechter’, ‘De kleine heilige’, ‘Bloedspoor in de sneeuw’, ‘De weduwe Couderc’ , ‘De Rijkaard’, ‘Striptease’, allen boeien ze omwille van de sterke psychologische tekening van de personages en de kwetsbaarheid van de mens.
Enige jaren terug kon ik mijn documentatie omtrent Simenon verrijken met documentatie die ik kreeg van een vriend, eveneens Simenon liefhebber.
In de uitgaven van Les Amis de Georges Simenon vond ik een publicatie (mei 2011) geredigeerd door Michel Carly met als titel: ‘Les Secrèts de “Maigret” ‘.
Daarin staat een artikel met betrekking tot ‘L’Affaire Saint-Fiacre (1932)’, van bladzijde 40 tot en met 44. Hierna enkele regels uit de aanvang van het artikel: ‘ Au nom du père…, A’ propos de ce roman, L’action française du 9 avril 1932 évoquait la grande ombre de Balzac et des Paysans. Claude Mattei du Provençal parlait plûtot d’un Balzac des Dupond-Durand. Quoi qu’il en soit, L’affaire Saint-Fiacre’ est la peinture de la déchéance. C’est pour Maigret sa recherche du temps perdu, mais aussi pour Simenon puisque c’est la perte du père…
Mocht u een fotokopie van deze tekst wensen, dan zal ik u die graag toezenden.
met vriendelijke groet,
Lucas Van Parys
Hartelijk dank, met de referentie die u geeft kan ik de tekst zelf opzoeken. L’affaire Saint-Fiacre trof mij als een ongewoon Maigretboek, al helemaal bij het herlezen. Er is die nadrukkelijke verwijzing naar Sir Walter Scott in de slotscènes, plus het feit dat de geruïneerde Maurice de Saint-Fiacre toch weer de touwtjes in handen neemt. Het verhaal over de doortrapte rentmeester die zijn adellijke werkgever volledig pluimt, is natuurlijk heel bekend; als kind hoorde ik precies dezelfde verhalen over naïeve edellieden uit de omgeving. Met vriendelijke groet!
Ja, hé !Helemaal akkoord! Bij mij is het de geschiedenis van Alexander de Grote, waarin ik mij helemaal kan verliezen!
Een opmerkelijke keuze!