
Twee konijntjes zitten
Braafjes op het land,
Knabbelen aan de koolen
Door den boer geplant.
“Lekker”, zegt de dikkerd,
“Malscher zijn er geen,’
“Kom”, antwoordt zijn maatje,
“Proef er nog maar een”.
Spitst er soms een de ooren,
O! Een poosje maar …
Smullende konijntjes
Kennen geen gevaar.
Ze eten tot hun buiksken
Rond is als een ton;
Gaan daarna heel deftig
Slapen in de zon.
(Uit Kinderlust, door Jan Peeters en Floris Jespers, Drukkerij RECLAM, Grote Pieter Potstraat 1, Antwerpen, 1923)
Werkelijk prachtige tekeningen in dit unieke boek!
En ook de tekst is grappig, want door zo uitdrukkelijk te spreken over ‘geen gevaar’, klinkt het voor/door de mens toch een beetje gevaarlijk.
Het beeld van de gelukzalige konijnen doet me trouwens denken aan vorige week, toen ik ging joggen en mijn dochter naast me fietste in mijn geboortedorp. Op een akker in de zon staken plots vier nieuwsgierige hazen hun hoofd boven, sloegen onze inspanning gade en aten vervolgens lustig verder. Heel mooi om te zien.
Dat klinkt als een prachtig beeld. Hier zien wij ook meestal hazen. En gisteren mocht ik twee distelvinken van nabij gadeslaan, ze fladderden heen en weer tussen de takken van een magnolia en een spar. Verderop in de buurt post iemand soms opnames van haar wildcamera, zo weet ik dat hier ook een vos resideert (toen de sneeuw er was, zag ik sporen van zijn staart).
Mooi.
Ja, dat zijn ze. (Terzijde: ik dacht vanmorgen nog aan u, omdat ik in de tuin nu dichte vlekken dovenetel vind: intens paarse kleurvegen in het groen. U wees er een tijd terug op dat dit even mooi is als de bloei in het Hallerbos.)