Vrouwen, misschien

Ik kijk de drukproef na van mijn bloemlezing uit het werk van Maurice Gilliams. De teksten zijn zorgvuldig gelezen en gekozen, om een geheel te vormen en een uitzicht te bieden op zijn belangrijkste thema’s, zijn mooiste regels, zijn sterkste gedichten. Toch ontsnappen er altijd bijzondere dingen. Een fragment kon om allerlei redenen niet opgenomen worden, maar ik kan het niet vergeten. Hij heeft het over vrouwen in de schilderijen van Henri de Braekeleer en herinnert zich arme vrouwen die hij zag in zijn jeugd, aan het begin van de twintigste eeuw in Antwerpen.

“Het zijn als ongehuwde naaisters die indertijd bij klanten aan huis gingen werken en uit andermans afgedragen kleren hun eigen japonnen maakten, maar die zeer proper, zeer arm waren. Zij wonen op achterkamers met het gezicht op oude daken en een kerk, de huishuur angstigzuinig en secuur met koperen centen, met halve en hele stuivers in een koffiekopje bij elkaar gespaard. Ze zijn vrouwen, misschien, omdat men ze als zodanig aan hun kleren herkennen moet, zonder lokstem en zonder bij tijden met de onrustige wankelmoedigheid van hun sexe te zijn behept.” O, die armoede, die huishuur in een koffiekopje, dat discrete, treurige leven.

9 gedachtes over “Vrouwen, misschien

  1. Daar kun je je inderdaad heel veel vragen bij stellen, heel boeiend. Hij laat werkelijk alles in het midden door zijn woordkeuze en de behoedzame aarzeling in zijn formulering en het ritme. Van stijl gesproken…
    Lieve De Wit

    1. ja, die laatste zin vind ik ook wonderlijk knap, hij tekent deze vrouwen hier als zo arm dat ze zich niet het hem in zijn familiale kring vertrouwde gedrag kunnen veroorloven, maar volledig ‘verdwijnen’ in het angstige gereken van hun armoede.

  2. Fijne tekst, ik kijk uit naar de bloemlezing.Wanneer mogen we die verwachten ? Het is wel gissen naar die “allerlei redenen” waarom dit fragment niet kon worden opgenomen. Auteursrechten ? En die “onrustige wankelmoedigheid” dan, het waren andere tijden, gelukkig maar.

    1. De bloemlezing verschijnt samen met Annette Portegies’ biografie in september. De redenen waarom het fragment niet werd opgenomen, hebben te maken met de opbouw van de hele bloemlezing. Ik heb uit veel fragmenten de m.i. meest representatieve gekozen en dus heel wat oorspronkelijk aangemerkte moeten laten liggen.

  3. Ik las ‘die onrustige wankelmoedigheid …’, net als iets van alle tijden, of hoe hij door iets heel voorzichtig te formuleren, net bijzonder scherp uit de hoek komt;). Dank je om deze schrijver onder de aandacht te houden! Voor mij was je bijdrage op deze blog de aanleiding om het inhoudelijk sprankelend exemplaar DW B 2021 4 gewijd aan Gilliams verder te doorbladeren. Gisteren las ik er een echt hele leuke tekst in van Steven Van Hammel, over zijn buitengewoon avontuur met een collectie boeken van Gilliams.

  4. Wanneer ik nu door Antwerpen wandel, denk ik ook aan Giliiams’ naaistertjes in achterkamers. Hij heeft zo prachtig over Antwerpen geschreven. En ja, dat stuk van Steven is hilarisch, en goed ingelicht meen ik: stel je voor, al die Gilliams- eerste drukken op de zolder van het stadhuis!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s