In de portemonnee

Quinten Metsys, De geldwisselaar en zijn vrouw, 1514. Parijs, Musée du Louvre

De Vlaamse Auteursvereniging voert een langlopend onderzoek naar het inkomen van Vlaamse auteurs, striptekenaars, vertalers en illustratoren. Deze week stelde zij een eerste reeks resultaten voor aan de pers. Honderddertien literaire auteurs gunden de onderzoekster een diepe blik in hun portemonnee. Een verrassend hoog aantal deelnemers, zeker wanneer men in overweging neemt dat het inkomen een onwankelbaar taboe is in onze samenleving.
In een statistisch onderzoek worden de extremen afgevlakt, om het globale beeld niet te vertekenen. Enkele zaken vallen op. Literaire auteurs behoren tot het hoger opgeleide deel van de bevolking, maar verdienen doorgaans niet evenveel als hun opleidingsgenoten. Daarbij komt nog dat opbrengsten uit literair werk slechts bij 15 percent van de ondervraagden de helft (of meer) kunnen bijdragen aan het maandelijkse gezinsinkomen. Schrijven als liefdewerk? Vaak wel. Ach, hoor ik mopperen, je kiest er zelf voor, mens, zit dan niet te zaniken. Precisering: een schrijver kiest voor het schrijven – in België moet je dan de keuze tussen verschillende bedenkelijke sociale statuten, gesneden op maat van anderen, erbij nemen; de slordige uitbetaling van een miezerig leenrecht door de bibliotheken (het leenrecht ligt hoger in de ons omringende landen en wordt er veel efficiënter geïnd); het jeunisme in de media, waardoor almaar verjongende redacties ieder perspectief op oeuvres en loopbanen van oudere schrijvers ontberen; het feit dat sommige televisie- en radiojournalisten geloven dat ze je een vorstelijke gunst bewijzen wanneer ze jou gratis voor hen laten opdraven en werken.
Ondanks deze omstandigheden worden literaire auteurs professioneler, zo blijkt. Voorbij is de tijd dat nagenoeg iedere Vlaamse schrijver ambtenaar was of inspecteur van het onderwijs. Heel wat schrijvers wagen het om van hun pen te leven. Een op vijf slaagt daar ook in. Dat is al bij al verheugend. Vergelijk het met Rubens. Denkt u dat die op een dag als een grote meester uit de lucht is komen vallen, om nu al eeuwen geld in het laatje te brengen voor Antwerpen? Nee, hij groeide op in een cultuur waar schilderkunst in aanzien stond en professioneel beoefend werd door vele collega’s, wier namen nu misschien alleen nog bij specialisten bekend zijn. Zij vormden de humus.
Mijn diepste overtuiging, ik kan het ook niet helpen. Schrijvers houden de taal levend. Of wilt u enkel ambtenarees, journalees en propaganda van spin doctors onder ogen krijgen? En wie de taal levend houdt, houdt de geesten wakker.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s