
Hoewel het portret dat de kille Jacques-Louis David van Madame Récamier maakte veel beroemder is, spreekt dit schilderij me aan, ontroert het me zelfs. Misschien kunnen we Juliette Récamier, mutatis mutandis, beschouwen als een Carla Bruni avant-la-lettre: een mode-icoon met grote culturele impact. Récamiers witte jurken en kinderlijk-pikante gezichtje oefenden een heel eigen bekoring uit, een effect waarvoor uiteraard niets aan het toeval werd overgelaten, maar op dit schilderij zien we haar alleen, nadenkend, omringd door boeken en souvenirs. Ze was als vijftienjarig meisje in het van revolutie ziedende Frankrijk uitgehuwelijkt aan een bankier van tweeënveertig: misschien haar biologische vader, die haar alleen maar huwde om haar toe te laten van hem te erven – het soort verhaal dat ook de ronde doet over Camille Huysmans. Vanaf een bepaald ogenblik leefden de echtgenoten gescheiden, hij bij vrienden, zij in de Abbaye-aux-Dames in Parijs – als een middeleeuwse jonkvrouw tussen kloostermuren. Het schilderij in het schilderij is een voorstelling van Corinne, de heldin uit de gelijknamige roman van Juliettes goede vriendin Madame de Staël. Laten we de details en wetenswaardigheden voor wat ze zijn: dit is een mooie voorstelling van een vrouw in haar privé-sfeer, een onpretentieus en stil tafereel. Het zou prettig zijn, daar op een lentedag een boek uit de kast te kunnen nemen.
ach ja, en aan dat open venster te zitten lezen …
Je hoort bijna de vogels zingen in die boom; en de geluiden van Parijs op de achtergrond. Geen meesterwerk, maar een heel sfeervol schilderij.