
Op een druilerige junidag is het moeilijk om zich de hooioogst voor te stellen. De onbekende kunstenaar die in de jaren 1440 het werk van de gebroeders van Limburg aan de Très Riches Heures voortzette, situeerde zijn hooiende boeren en boerinnen aan de oevers van de Seine, net buiten Parijs. We zien de torens van het koninklijk paleis en rechts het grote roosvenster van de Sainte-Chapelle, op het Île-de-la-Cité. Mooi ook, dat prieel in de koninklijke tuinen. De schilder liet ons twee bijzonder gracieuze blootsvoetse boerinnen na. Zo vinden we in dit aristocratische kunstproduct bij uitstek een beeld van het volksleven, net zoals we bij kroniekschrijver Jean Froissart, op het eerste gezicht een sportverslaggever van riddertornooien, soms onvergetelijke beschrijvingen van de daden en woorden van gewone burgers lezen.