5, 6, 7: penta, hexa, hepta

De nimf Arethusa (Lyon, Musée des Beaux-Arts)

Onze taal is klemtoonrijk en wordt mogelijkerwijze ontsierd door een overvloed aan doffe klanken. Met die gegevens moet een dichter rekening houden. Hoewel ik op school geleerd heb Latijnse verzen te scanderen, heb ik de klassieke dactylische hexameter nooit echt doorgrond, misschien omdat ik ook niet wist hoe Latijn eigenlijk klonk uit de monden van Romeinen (laat staan Grieks uit de monden van Ioniërs). Hexameter: zes versvoeten in een regel, en in zijn langste gedaante kun je de dactylus, mutatis mutandis, gelijk stellen aan drie lettergrepen. Hoedanook, men raakt erdoor vertrouwd met de koninklijke breedte van het vers, die in recente poëzie schaars is. Moderne dichters in Germaanse talen kiezen vaak voor de iambische pentameter: vijf versvoeten, gebaseerd op de afwisseling tussen klemtoon en kielzog. Dit alles nog verrijkt met een elegant rijmschema. Veel kortere verzen, gedichten als zuilen.

Bij het herlezen valt me op hoe mooi de oplossing is die mevrouw d’Hane-Scheltema koos voor haar vertaling van Ovidius’ Metamorphosen. Een epos, dus geschreven in dactylische hexameters. Er bestaan Nederlandse vertalingen in dezelfde versvorm, maar voor het Nederlands is dat soms een nauw en lastig kledingstuk, zeker als men een gelijk aantal regels wil afleveren. En dus koos ze voor een iambische heptameter: zeven iamben in een versregel, fraaie breedte, ademruimte en een voor onze taal natuurlijk, lichtvoetig ritme.  En ze schonk ons vele welluidende regels zonder zelfs maar één doffe klank:

geen grond is mij zo lief! Ik, Arethusa, heb mijn bron…

Een gedachte over “5, 6, 7: penta, hexa, hepta

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s