
De boomklevers vonden snel de weg naar het nieuwe voederhuisje. Zij kregen gezelschap van nijdige koolmezen en beminnelijker pimpelmezen, vinken, drie roodborstjes, een Turkse tortel, merels, een kleine bonte specht, een winterkoninkje, een fazant en een stoere kuifmees. In een hoek van de wei keek een haas toe.
Ik leerde een nieuw woord: bieteut, voor koolmees.
heerlijke namen
een Turkse tortel!? Is dat een duif? (vraag van een volstrekte ignoramus)
Inderdaad een kleine, slanke, lichtbruine duif met een zwart kraagje. Volgens mijn vader waren het vroeger typische volièrevogels, toen kwam er plotseling een wettelijke bepaling dat men ze niet meer mocht hebben, men liet ze los uit de volières, ze overleefden en leven hier sindsdien “in het wild”.
De boomklever mag niet verward worden met de boomkruiper 🙂
de boomklever verwarren met de boomkruiper! neen, dat kan echt niet! 🙂
hè hè, Wiki-Ornithologie brengt raad: “ Boomklevers zijn de enige vogels die met evenveel gemak langs een boomstam omlaag- als omhoogklimmen en daarin onderscheiden ze zich met name van spechten en boomkruipers die alleen omhoogklimmen langs boomstammen. Bovendien gebruiken spechten hun staart om op te steunen en dat doet de boomklever niet.
Klopt! Het is een wonderlijk gezicht om ze met hun hoofd omlaag een boomstam af te zien rennen – benijdenswaardige kunde.
dergelijke kunstjes krijg ik hier op de boulevard général jacques natuurlijk nooit te zien
Maar er zitten wel valken in de toren van Sint-Michiel en Sint-Goedele, geloof ik?