“Er was de weg naar school, smalle macadam tussen twee beukenhagen. Misschien viel daar het woord België voor het eerst. Aan het prikbord hing een prent van besnorde en bierbrouwende oude Belgen naast een prent van foltertuigen. De juffrouwen, glimlachende dames in roze of marineblauwe jurken die mooi konden zingen, vertelden dat ons land een gematigd klimaat kende en dat we geen aardbevingen of vulkaanuitbarstingen hoefden te vrezen. Voor mensen die arm waren, bestond er in elk dorp hulp; en wie iets slechts had gedaan, werd niet gevierendeeld of opgehangen, maar kwam gewoon in de gevangenis terecht. Hun uitleg gaf een veilig gevoel. En achter de beukenhagen lagen tuinen,daarachter het speelplein met zijn blauwe, rode en groene schommels, zijn zwembad en minigolfterreintje, daarachter dreven en bossen en huizen met zwartwitte tegels in de kelder en dode vliegen op de vensterbank van de zolder.” (Mijn België, derde druk, 2009, p. 58.)

Gisteren bezocht ik voor het eerst sinds tientallen jaren mijn lagere-schooltje. Het negentiende-eeuwse gebouw is onlangs gerestaureerd.
De speelplaats vervulde me met weemoed. Ziet u die bankjes, onder het afdak?

Voor het eerst stond het deurtje open dat de jongensspeelplaats scheidde van de onze. Op hun terrein trof ik iets aan dat ik nooit eerder had gezien.

In de jongensschool werden de gesneuvelde oudleerlingen elk jaar op de dag voor 11 november herdacht, hoorde ik. Hun namen werden afgeroepen en de leerlingen zongen een vaderlandslievend lied.

Ik leerde hier lezen met behulp van oude wandprenten. Leen doos wol hen riet Rik rijf jas zon maan put vuur.
Bovenaan de trap naar de klassen herinnerde ik me plotseling hoe ik hier ooit stapte, heel gelukkig omdat ik een nieuwe groene jurk met bloemen droeg. Een ander meisje zei me toen dat die jurk helemaal niet zo mooi was. Het trof me dat groene stof met bloemendessin blijkbaar nog altijd aanwezig is in mijn leven, daarom fotografeerde ik mijn sjaal mee.
beukenhagen i.p.v. meidoornhagen …
Ja – vol meikevers.
een mooi stukje; ik heb ook al vaker meegemaakt dat er in het leven patronen aanwezig zijn vanaf de kindertijd, patronen die je ook aan je kinderen meegeeft
Ik stel er de laatste tijd zoveel vast – en toch word ik geen determinist, want door de patronen te kennen kun je ook beter vaststellen wat werkelijk nieuw is. En ja, het ouderwetse schooltje met zijn drie leerjaren in een klas, geen slechte ervaring.
Dag mevrouw Huet,
Zeer toevallig (serependipitisch of serependipiteits ,) kwam ik op deze site terecht. Ik ben bezig met het samenstellen van een boekje met ‘woordbeelden’ waarin woorden als grafische tekens gebruikt worden om hun betekenis weer te geven. De inspiratie kwam van Ji Lee’s boekje ‘Word as Image’ dat verscheen in 2011 en dat ik enkele jaren geleden kocht . Voor de inleiding dacht ik terug aan het klaslokaal van het eerste leerjaar waar de prentjes met de bewuste Leen, doos, wol enz. boven het zwarte bord hingen. Juffrouw Vercammen oefende ons dagelijks in het systeem dat door de Zusters van Huldenberg in de Wijnegemse Normaalschool ontworpen werd. Bleek verder nog dat de nodige kaartjes enz. in de drukkerij van onze grootvader en vader waren gedrukt.
Met vriendelijke groet,
Wim Hertoghs
Krommelei 80, 2110 Wijnegem
Dag meneer Hertoghs, Dit is heel interessant. Dank voor deze bijkomende informatie. Ik heb heel wat aan Leen Doos Wol te danken. En ik herinner me de afzonderlijke prenten met de woorden, maar ook een prent waarop alle personages en voorwerpen tegelijk te zien waren. En dan de maatbekers, en de prenten op de tijdlijn… Heerlijk!
Van harte bedankt voor de snelle reactie mevrouw Huet.
Een prettige dag gewenst, Wim Hertoghs.