
De apocriefen, zo stel ik al lezend vast, zijn terecht apocriefen. Weg met die sfeer van achtervolgingswaanzin en complottheorieën, waarin de erkende bijbelboeken fungeren als een door duistere machinaties in stand gehouden rookgordijn en de apocriefen de gruwelijke verborgen waarheid over het christendom zouden bevatten. U kent het wel, Dan Brown leeft ervan. Wel, in vroeger eeuwen leefden er ook fantasten, die ook bestsellers schreven – de auteurs van de apocriefen. Met die verstande dat hun doel niet zozeer commercieel was als wel didactisch. Ze stelden zich vragen en poogden die te beantwoorden: wat betekende dat nu juist, het geloof dat elke ziel beoordeeld zal worden naar goed en kwaad? De schrijver van het Visioen van Paulus leefde vermoedelijk in de derde eeuw in Egypte en zijn onderhoudende, hier en daar zelfs pakkende verslag over Paulus’ tocht naar de hemel en de hel werd de hele middeleeuwen door gretig gelezen en vertaald in vele Europese volkstalen. Zo beïnvloedde het boek de voorstellingen van hemel en hel in de schilderkunst. En mogelijk ook Dante.
Hoe pakt de vroegchristelijke Dan Brown het aan om de lezers te overtuigen van het gewicht van zijn tekst? Als in een Indiana-Jonesfilm, gek genoeg.
“Onder het consulaat van Theodosius Augustus de Jonge en Constantius leefde er een gerespecteerde man die in Tarsus woonde, in het huis dat aan Sint-Paulus had toebehoord. ’s Nachts verscheen hem een engel, die hem een openbaring bracht: hij zei hem dat hij de funderingen van het huis moest doorzoeken en wat hij daar vond, publiek moest maken. De man dacht dat het een hallucinatie was.
Maar de engel keerde terug en de derde keer geselde hij de man en dwong hem naar de funderingen te gaan. Al gravend vond de man een marmeren kist met opschriften op de zijkanten, die de openbaring van Paulus bevatte en de sandalen die hij droeg toen hij het woord van God ging onderwijzen. De man was bang om de kist te openen en bracht haar naar een rechter; deze, vrezend dat het om iets anders ging, verzond de kist ongeopend en verzegeld met lood naar keizer Theodosius. De keizer ontving de kist, opende haar en vond de openbaring van Sint-Paulus; hij zond er een kopie van naar Jeruzalem en hield het origineel bij zich.” (Vertaald door LH)
Hierna komt dan zogenaamd Paulus zelf aan het woord. De schrijver vergaloppeert zich door die perspectiefwijziging en legt zijn apostel nogal wat onlogische beslissingen en onkiese zelfverheerlijking in de mond.
Ecrits apocryphes chrétiens I, uitgegeven onder redactie van F. Bovon en P. Geoltrain, (Bibliothèque de la Pléiade 482), Parijs, 2009, p. 787-788.
Wat een indrukwekkend, de adem benemend schilderij; die uitgestrekte halsen naar, naar wat? Dank voor de kennismaking.
Ja, het is schitterend, en bevat vele adembenemende details. De kleuren zijn hier ook zo indrukwekkend – donker geklede engelen, en dat groen, en die reikende handen. Ik zou naar Venetië terugwillen om het te zien.
Een verhaal als een Indiano-Jonesfilm, inderdaad. En een schitterend schilderij!
Het moest lukken dat ik de avond tevoren net Indiana Jones in actie had gezien, terwijl hij in een crypte een marmeren kist vond :-). Geen kwaad woord over Indy, overigens, hij houdt het vaandel van de archeologie, de kunstliefde en de eruditie hoog. Het schilderij bevat in mijn herinnering een aangrijpend detail, waarvan ik nooit een reproductie vind – ik zal nog eens terug naar Venetië moeten.
het anderhalf millennium en de vele maatschappelijke veranderingen in de aanloop er naartoe, bracht dit geen golf van apocalyptische kunst met zich mee ?
Mensen hebben altijd van een goed en spannend verhaal gehouden.
Dat klopt, en de apocriefen beantwoordden aan die behoefte. Het anderhalf millennium, interessant wat u daar aanhaalt, ik onthoud het (Bosch zou dit omstreeks 1504 hebben geschilderd).