
Rommelend in mijn kleerkast ontdek ik een oud geïllustreerd boek. Galerie des femmes célèbres. Een bloemlezing uit de Causeries du Lundi van criticus Sainte-Beuve. Kleine uiteenzettingen over beroemde Franse vrouwen. Van Marguerite de Navarre (schrijfster) tot Madame Récamier, ster van een literair salon dat in 1849 zijn deuren sloot. Als ik het helemaal lees, zal ik Franser zijn dan menige française, veronderstel ik, op ontspannen provinciale wijze. De vertelling over Juliette Récamier leert me alvast hoe literaire salons in de negentiende eeuw werkten, voor vrouwen. Wees een beroemde schoonheid. Sla een schrijver aan de haak, platonisch of niet. In het geval van Juliette Récamier was dat de grote, moeilijke Chateaubriand. Nodig op een vaste avond in de week mensen uit voor sprankelende conversatie met culturele sterren. Ja, men moest kunnen vertellen en entertainen in gezelschap, vroeger, niet zozeer bij een scherm op een klavier zitten tikken.
Zulk een zwaar, solide boek, met zoveel moeite geïllustreerd, en zoveel spinnende volzinnen. Klassiek leesgenot in het verschiet.
Sainte-Beuve, Galerie des femmes célèbres, tirées des Causeries du Lundi. Illustrée de 13 portraits gravés au burin, Parijs, [s.d.] Gevonden bij brocanteur Kris Voeten, Rijkevorsel.
als je nu al boeken in je kleerkast begint te vinden mogen we van een kritieke toestand beginnen spreken. Schat ik heb enkel een encyclopedie om aan te doen vanavond.
Geen zorgen, Hugo, het was de extra kleerkast, het deuxième bureau bij wijze van spreken. Wel verfrissend, je opmerking; gewoonlijk krijg ik te horen dat mijn kleerkast te veel kleren bevat 🙂
en waarom niet een sprankelend blog als virtueel salon?
Ik zie dat wel zitten Flâneur, vooral omdat het blijkbaar de taak van zo’n muze was om met eindeloze vrouwelijke charme het grillige en nurkse karakter van schrijvers te temperen. Gelukkig is de tijd voorbij waarin zoiets een topcarrière kon lijken. Maar volgens mij was er meer in Mme Récamier dan Sainte-Beuve minzaam kon analyseren.
Heeft Mme Récamier geen autobiografische geschriften nagelaten? …om te onstnappen aan het keurslijf van die minzame analyses …
Inderdaad, een keurslijf. Hij zegt wel ergens dat ze zo weinig mogelijk schreef, net omdat ze met schrijvers bevriend was 🙂 Ik zou weer eens naar Parijs moeten, op zoek naar biografieën en autobiografieën.
heerlijk toeval: stuitte deze namiddag in een antiquariaat op een boekje van Madame de Staël (dat toevallig bovenop een stapel lag).
En de allereerste voetnoot in de inleiding blijkt te verwijzen naar …. Sainte-Beuve’s Portraits de femmes .
Voorts biedt de inleiding ook een mooi beeld van Mme de Staëls’s intellectuele assertiviteit als salonnière:
” Mme de Staël ne se contente pas du rôle subtil, maternel, effacé, musical aussi, de faire circuler la parole. […] Ses devancières vivaient leur salon comme un dispositif de mise en valeur de leurs amis masculins, une sorte d’écrin pour les perles de leur esprit. […] Mme de Staël, […] veut autre chose: elle se pense dès le départ à égalité avec les écrivains et les hommes politiques qu’elle accueille, et dans l’entrecroisement des paroles […] Elle se jette dans la mêlée, avec le même feu, et dans le souci d’obtenir non des moments esthétiquement parfaits, mais la Vérité.”
Een vrouw naar mijn hart! De brocanteur bij wie ik Galerie des femmes célèbres (2 dln) vond, bezat ook een boekje van Mme de Staël, Dix années d’exil, met een zeer lange inleiding, op het eerste gezicht meer een biografie, door een familielid – ik hoop het binnenkort te kunnen lezen. En Mme Récamier en Mme de Staël waren bevriend. Dank voor het mooie citaat, Flâneur!
(PS heb helaas de barbaarse gewoonte om te citeren zonder bronvermelding – het ging hier dus om een citaat van Chantal Thomas uit haar inleiding tot Mme de Staël’s “De l’influence des passions sur le bonheur des individus et des nations” )
Merci 🙂
Komt Madame d’Aulnoy erin voor, Leen?
Nee, ik heb meteen gekeken Rob: helaas niet, Mme de La Fayette overigens ook niet.