Een jonge geleerde sprak deze week op het symposium Facts & Feelings even over het Ambacht van Cupido, in 1613 gepubliceerd door Daniel Heinsius (alias Theocritus a Ganda). Charmante beelden, charmante gedichtjes. In het emblemenbundeltje vertelt Heinsius hoe Venus naar Nederland is gekomen en hoe haar zoon Cupido daar niet alleen de taal heeft geleerd, maar ook een plaatselijk gebruik. In lubrico:
Cupido leert het spel dat Hollandt heeft gevonden,
Hy proeft te gaen op ’t ys, hy heeft twee schaetsen aen.
Hy heeft twee ysers scherp aen zijne voet gebonden,
Daer mede dat hy meynt op ’t water vast te staen.
Het ys van selfs is glat, de ysers glat daer tegen,
Men valt seer lichtelick daer op, of oock daer in.
Het vryen gaet alsoo. die niet en is te degen
Geslepen op het werck, die duyselt in de min.
Het werd me plotseling opnieuw duidelijk hoezeer de toenmalige lezers van deze vernuftige boekjes moeten hebben genoten.
Een heel leuke, Leen! Dank je.
Het boekje is zo leuk dat ik elke prent zou willen bespreken: op het internet vind je echter al de volledige bundel. Ik kreeg ooit les over dit genre en begin nu te herontdekken.
En toch, geeft u mij het gevoel
al evenzeer te genieten van het verleden…
En dat is nog wat anders dan de weemoed die des avonds komt.
Dat doet me plezier – ik wil van het verleden geen afgod maken, maar het is soms wel een echte schatkamer 🙂