
Met behulp van een queeste kun je ervoor zorgen dat lezers de bladzijden blijven omslaan, omdat ze willen weten hoe alles in elkaar zit. Mijn ervaring is echter dat pageturners altijd weer uitlopen op een anticlimax. Was het dat maar? En wanneer je een queeste opbouwt rond Vlad Dracula, dan zit je met het probleem dat Vlad Dracula in de laatste hoofdstukken van je boek tevoorschijn moet komen, in onlevenden lijve, in 1954. Moeilijk om daar iets overtuigends van te maken. Of misschien zit ik met het eeuwige schrijversprobleem, de gedachte: ik zou die figuur anders hebben aangepakt. Natuurlijk, het is grappig dat schrijfster Elizabeth Kostova een bibliofiel van hem maakt, en daarnaast het verrassende nevenpersonage the evil librarian introduceert.
In elk geval heb ik het boek net op tijd uit. De legendarische Sint-Joris speelt een grote rol in Dracula’s leven. Morgen is de feestdag van Sint-Joris. En een heilige die een prinses redt van een draak, die heeft wel iets.
E. Kostova, The Historian, New York-Boston, 2005.
ja mooi hoor die sint Joris uit die parochiekerk. en dan die vaandels daar! ik ben helemaal in een sfeer voor historismus. heb op een veiling geboden op een grote donkerbruine kast met smeedijzeren leeën, in de deurtjes sculptuur in viking stijl, macramé achtige oneindige knopen en zo. ik dacht , dat koop ik quasi voor niks, want wie wil nu zo een donker gedrocht (alléén ik zie dat dat mooi is, denk ik dan). Niks van alles : duur, blijkt dat de meubelen gemaakt zijn door een meubelmaker in München die in een late fase de Residenz bemeubelde. 🙂 😦
Ben ook weg van die duistere sfeer in de Sint-Joris! Mijn hoofd staat soms ook naar heel vervaarlijke donkere gedrochten, de woonkamer van mijn Florentijnse hospita indachtig. Jammer van het Muenchense meubel, vikingstijl, dat klinkt goed. Laten we ook niet vergeten dat de sublieme Baudelaire van Mechelse meubelen hield…
Ik ben gehuwd in de Sint-Joriskerk, een prachtvoorbeeld van een “gesammtkunstwerk” in neogothiek…
Sint-Joris, een heilige uit de Libanon, en patroon van Engeland, alles draait soms raar rond.
Uw verwijzing naar de “evil librarian” doet me denken aan de “Naam van de Roos”, bijna 30 jaar oud…het is lang geleden dat ik het nog las. Zou het nog leesbaar zijn ?
Heel veel referenties, herinneringen en overdenkingen in een kort stukje. Dank !
J
O, inderdaad, de bibliothecaris in de Naam van de Roos – Jorge? En Salvatore, met zijn mix van Europese talen. Penitenziagite! Ik vermoed dat de Naam van de Roos heel goed te herlezen is.
Dankjewel voor de aansporing Leen,
Na jaren voorbijfietsen en langslopen is het er immers dankzij déze blogpost eindelijk van gekomen dat ik enkele weken geleden eens ‘onze buurtparochie’ binnenging.
Als een bedremmeld toerist heb ik zowel de dappere drakendoder van de foto als de geharnaste Sint Joris gevonden, naast andere opmerkelijke kerkschatten zoals een reliekenschrijn en formica votiefplaatjes.
Wegens de middagsluiting kon ik niet lang blijven, maar een uitvoeriger bezoek zal voor zeer binnenkort zijn. Het rijke houtsnijwerk, de preekstoel en de glasschilderingen wil ik beter bekijken. Het duistere neogotische interieur van deze kerk staat in schril contrast met de maagdelijk witte gevel en hoewel wonderlijk bevalt de gedachte aan Dracula me wel. Toen er vanavond een vleermuis boven ons hoofd vloog heb ik mijn echtgenoot, zoon en twee buren overtuigd toch ook eens in de kerk te gaan kijken.
Ook ik heb de kerk pas onlangs ontdekt, Corine. Ze is aan de buitenkant wat “eerie” en doet me enigszins denken aan het boek Hawksmoor van Peter Ackroyd (hoewel die classicistisch bouwde), en het interieur verbijsterde me. Was ik regisseur, ik zou er graag filmbeelden draaien. Vorige week kreeg ik in de sacristij de oude geborduurde priestergewaden te zien, hoewel ik weinig van textiel afweet kon ik zien dat het ging om borduurwerk in gouddraad van sublieme kwaliteit… De zwarte madonna in haar eigen kapel is de aloude madonna “van het kasteel”, van de geslechte burcht van Alva dus; in september wordt ze naar de Schelde gedragen voor de Scheldewijding. Ze draagt dan een hermelijnen mantel, die ik ook heb mogen zien. Bijzonder!
Op Hawksmoor moest ik even zoeken, maar wie weet is dit de Antwerpse variant. Van de zes kerken in dat boek zijn er trouwens ook twee aan Sint Joris gewijd; St George in the East en St. George in Bloomsbury.
In een eindwerk van stadsgids Godelieve Ceulemans las ik dat begin negentiende eeuw na de sloop en ontruiming van de oude Sint-Joriskerk het braakliggende kerkhof werd ingepalmd door kermisbarakken, het Groot Wafelhuis en iets later nog door een toneelzaal, het Théâtre des Variétés. “In 1832 volgt een groot aantal nieuwsgierigen vanuit de Variétés de bestorming en de voorafgaande beschieting van de Zuidercitadel, één van de meest realistische stukken die er ooit vertoond werden.” (http://www.kgva.be/portal/bestanden/Mechelseplein.pdf pag 10)
Dat nadien de zwarte madonna van de Citadel in de herbouwde Sint-Joriskerk haar kapel kreeg sluit hier wonderwel bij aan. Ik zie er wel een filmscript van komen, Leen.
Ik heb foto’s gevonden van de fascinerende zwarte madonna met haar hermelijnen mantel, de mooiste van de missverkiezing: http://www.flickr.com/photos/nieuwsblad/8068736503/# en

Liturgisch textiel is inderdaad een heel bijzondere discipline. Ik kom het soms tegen bij schattingen van religieus zilverwerk en hierbij is het niet zozeer het materiaal dat waardevol is, maar de beklijvende godvruchtige toewijding waarmee geborduurd werd.
Als u een volgende keer op prospectie bent kunnen we misschien een koffie drinken?