Rommelmarkten veranderen. Ging men er vroeger voornamelijk op zoek naar brocante, een Bochschaal, een geborduurde zakdoek, een oud stuk speelgoed, wat Booms glas, dan lijkt het nu meer te gaan om afgeleefde playmobilmannetjes, Barbies met vaal klittend haar en gebutste kookpotten. Bestelwagens met Russische nummerplaten, bestelwagens bestuurd door stralend glimlachende zwarte mannen en gezinsauto’s met een gesluierde vrouw op de passagierszetel reden allemaal Wortel-Kolonie in om de Pinkstermaandagse rommelmarkt te bezoeken. De gave des woords van Pinksteren zou de verkopers wellicht van pas komen. Het was overigens van 1918 geleden dat er nog Russen in Wortel-Kolonie toefden, en toen waren het krijgsgevangenen.
De meidoorn bloeide. Hier en daar viel er een leuke speelgoedauto van Tonka te rapen, of een koekblik met een portretje van de jonge Boudewijn, of een decoratief reclamebord van de Union Vinicole de la Marne- Epernay. Er waren zelfs interessante tweedehandsboeken. En een voorbijganger sprak me onverwachts aan om twee boeken van mijn hand te kopen, ‘gelijk welke’; waardoor ik op de rommelmarkt van Wortel-Kolonie meer plezier beleefde dan op de Boekenbeurs.