“Wanneer hij las, scheurde hij de bladzijden die hem niet bevielen uit zijn boeken; aldus verwierf hij een bibliotheek naar zijn behoefte, van uitgeholde werken, gevat in te ruime omslagen.”
Chateaubriand beschrijft de wonderlijke M. Joubert.
“Wanneer hij las, scheurde hij de bladzijden die hem niet bevielen uit zijn boeken; aldus verwierf hij een bibliotheek naar zijn behoefte, van uitgeholde werken, gevat in te ruime omslagen.”
Chateaubriand beschrijft de wonderlijke M. Joubert.
een wonderlijke gewoonte (en toch wel véél en véél erger dan mijn eigen verfoeilijke gewoonte om op elke pagina woeste potloodsporen na te laten)
Hugo Claus markeerde passages met zijn brandende sigaret, las ik. Potlood, sigaretten, krassen in het papier met de duimnagel, tot daar aan toe – maar ik voel toch wel onoverwinnelijk veel schroom om de opbouw van een boek te verminken door er stukken uit te verwijderen.
Chateaubriand….je me souviens de l’émotion ressentie à la lecture des premiers chapitres des Mémoires d’Outre Tombe, le château de Combourg, la Bretagne etc…
Oui, les chapitres de sa jeunesse sont très forts, ‘vivants’, parfois terriblement honnêtes. Ils ont beaucoup inspiré Nabokov dans ‘Ada’.